Luid geklingel op borden en glazen, stampende voeten op de grond en kusjes van vreemdelingen voor de bruid en bruidegom. In februari ben ik voor het eerst bij een Deense bruiloft geweest en het was… nogal een bijzondere ervaring. Bij een Deense bruiloft komt namelijk nogal het een en ander kijken. Door het lezen van dit artikel hoop ik dat je meer voorbereid zal zijn op jouw eerste Deense bruiloft dan dat ik was. Skål!
Ik durf het bijna niet toe te geven, maar ik ga vreemd… Ja, dat lees je goed, ik ga vreemd. Maar niet op iemand! Nee, ik ga vreemd op het Noors. En nog wel met het lelijke eendje van de Scandinavische taalfamilie: een gek taaltje met keelklanken en een spelling die zo onlogisch is dat de Franse spelling er niks bij lijkt. Dit verhaal gaat over het Deens, mijn nieuwe liefde.
Sinds augustus mag ik mijzelf Reykvíkingur noemen, de nogal intens klinkende naam voor een inwoner van de meest noordelijk gelegen hoofdstad in de wereld: Reykjavík. De stad aan de rokerige baai is niet het meest typische voorbeeld van een wereldstad, wellicht het best omschreven door Gyrðir Elíasson in de novelle Infernó als een “smáborg sem er að reyna að sýnast svo stór”– een kleine stad die poogt er zo groot uit te zien. Het heeft dan vaak ook meer weg van een provinciaal stadje, maar is tegelijkertijd ook verrassend modern en internationaal. Wat heeft ervoor gezorgd dat Bæinn, het dorp, zo’n uniek karakter heeft gekregen?
Je master in Scandinavië. Voor velen die dit lezen zal het geen vergezochte droom zijn. Gelukkig is er de EU. Over een visum hoef je je geen zorgen te maken, en door maar met je paspoort te zwaaien verdwijnt de rekening voor het collegegeld als de zon achter de Zweedse herfstwolken. Althans, dat dacht ik. Puntje bij paaltje stond er nogal een muur voor m’n neus: het gebrek aan een Zweeds BSN, en in het verlengde BankID. Dus, om de volgende invandrarna wat grijze haren te besparen, een simpele gids hoe overleef ik de Zweedse bureaucratie?
De duobus malis, minus est semper eligendum. Of, in correct Nederlands, “tussen de twee kwaden dient altijd de mindere gekozen te worden”. Maar ja, welke is de mindere? Misschien verwacht u nu een tot op vijf cijfers achter de komma exact rapport van de economische plannen van de twee Zweedse machtsblokken in de Riksdag, of een uiteenzetting over de politieke situatie aan de Fins-Russische grens, of een analyse van de tweestrijd tussen Bokmål en Nynorsk. Leuke ideeën, maar niet waar ik het nu over wil hebben.
Het was vrijdag 14 januari 2022, rond half twee ’s middags. Het vliegtuig waar Rick en ik in zaten landde op Arlanda. Niet veel later stonden we in de aankomsthal, waar een ontvangst voor de studenten die naar Uppsala gingen klaar stond, dus voor Rick was het vervoer al geregeld. Ik mocht het zelf oplossen, dus liep ik, bepakt en bezakt, richting het station. Ik nam de Mälartåg van 14:29 richting Örebro. Met Monica Zetterlund op shuffle, twee koffers en een rugzak stapte ik in. De timing van Monica was trouwens geweldig. Toen de trein uit de tunnel onder Arlanda reed begon het volgende nummer: “Åh det är skönt, när mitt Stockholm är grönt... Sakta vi gå genom stan...” Althans, sakta? 200 km/h haalt de NS niet eens. Nog geen twintig minuten later stopte de trein. Välkommen till Stockholms Centralstation. Thuis.
Scandinavië staat bekend om de ijskoude winters, maar in Nederland is het al een tijd geleden dat we zo'n dik pak sneeuw hebben gehad. Voorlopig blijft het hier ook nog wel even koud dus hebben we wat tips voor je om deze winterweek als een echte Scandinaviër door te komen!