Licht op Lissan: Nordom in veranderende tijden

Noorderlicht is bijna tien jaar geleden opgericht, alhoewel het blad al langer onder andere namen bestond. Het was reden voor de redactie om eens te gaan graven in de geschiedenis van ons blad. We kwamen uit op een van de oudste uitgaven uit ons archief van zo’n twintig jaar geleden. Daarin blikte de redactie van destijds terug op het ontstaan van Nordom met een van de oprichters, de welbekende Lissan Taal-Apelqvist. In die twintig jaar is veel veranderd, dus ging Noorderlicht opnieuw met haar aan tafel zitten.

Beeld: Inzending

Voor velen komt het misschien als een verrassing dat een van onze huidige docenten de studievereniging heeft opgericht, maar mede door het initiatief van Lissan luidde het begin van dit millennium ook het begin van Nordom in. Rond de eeuwwisseling richtte Lissan, destijds nog student scandinavistiek, samen met Rieko van Silfhout en Rolien Kramer de studievereniging voor scandinavistiek op, met als doel een overkoepelende studievereniging voor alle talen te vormen. Meteen na de oprichting begonnen ze met het uitgeven van het zogenaamde Nordomblad. Destijds was het voornamelijk een spreekbuis voor het bestuur, maar langzaam maar zeker werd het steeds zelfstandiger. In 2008 veranderde de naam in OmNorden en lag de focus al meer op ingezonden artikels. Echte verandering kwam er in 2014, toen er een echte bladcommissie opgericht werd, die in het voorjaar van 2015 de allereerste Noorderlicht uitbracht. Zowel Nordom als Noorderlicht hebben dus flink wat veranderingen doorgemaakt.

Lissan vertelt ons wat meer over die begintijd: “Toen wij Nordom begonnen, maakten we er eigenlijk een punt van om niet te veel hooi op onze vork te nemen. We wilden klein beginnen en ervoor zorgen dat we ook konden volhouden wat we deden, naast onze andere verplichtingen.” De bedoeling was dus om kleinschalig te beginnen, met een paar grote activiteiten per jaar. Er werd dan ook gedacht dat het later altijd nog uitgebouwd kon worden, wat volgens Lissan ook zeker is gebeurd in de afgelopen twintig jaar. “Ik vind het heel erg leuk dat Nordom zo actief is op dit moment. Want er gebeurt vrij veel en ik vind dat fantastisch. Ik ben daar heel blij mee.”

We waren uiteraard benieuwd hoe Lissan nu zelf terugkijkt op haar tijd bij Nordom en haar functie binnen het bestuur. “Ik denk dat mijn grootste functie bij Nordom was dat we het opzetten. Volgens mij was ik de voorzitter, maar ja, dat is een labeltje. Het belangrijkste is denk ik dat wij het toen van de grond hebben gekregen en het is natuurlijk ontzettend leuk dat het nog bestaat.” Dat opzetten blijkt allemaal toch relatief rustig en soepel te zijn verlopen, zo vervolgt Lissan: “Dat heeft niet zo lang geduurd, we waren met z’n drieën erover aan het praten dat het wel een goed idee zou zijn om een studievereniging te hebben. Toen hebben we bedacht dat we voorzichtig moesten beginnen zodat we het vol konden houden, want we hadden alle drie naast onze studie ook allerlei verplichtingen. En het duurt natuurlijk niet zo lang om zoiets op te richten. We hebben ook overlegd met onze hoogleraar Henk van der Liet toentertijd. Vervolgens hebben we het uit de grond gestampt.”

Toch was de studie scandinavistiek niet helemaal verenigingloos aan het begin van deze eeuw, vertelt Lissan: “Er was een exclusieve studievereniging voor Noors (Det Norske Selskap). Het was geen officiële studievereniging, het was een club die zich heel erg oriënteerde op Nynorsk en wij dachten dat het goed zou zijn om er eentje te hebben voor de hele opleiding. Uiteindelijk hebben we wat dingen samengedaan.” De laatste opmerking was opvallend, omdat uit de archieven ook een intense strijd naar voren kwam tussen het prille Nordom en het vrij activistische Det Norske Selskap.

Ernie Ramaker, oud-lid van Det Norske Selskap, beschreef het in 2017 in een terugblik op die beginperiode als een gesloten genootschap die op lichtpuberale en politiek incorrecte wijze zaken aan de kaak stelde. Schoppen tegen de mainstream, waaronder ook Nordom viel, was het devies. In een schotschrift in het eigen blad van Det Norske Selskap maande het de studenten dan ook om vooral geen lid van Nordom te worden, “opdat u niet met uw fl. 10,- uw overtocht naar het dodenrijk betaalt”. Volgens Lissan moeten we dat niet zo serieus nemen: “Ja, je moet dat in de context zien. Kijk, ze gingen echt op Nynorsk, en Nynorsk was altijd een fanatieke tak van purisme. Je moet het niet te serieus nemen, dat hoorde daar een beetje bij. Ik kon het heel goed met ze vinden.”

Tijdens ons onderzoek naar het verleden werden we ook geconfronteerd met het feit dat we al die tijd de naam verkeerd hebben uitgesproken. Het is terug te lezen dat de naam duidelijk uitgesproken diende te worden als Nord-om, in plaats van het gebruikelijke Nor-dom. Deze verandering vond Lissan helemaal niet erg: “Ja, je spreekt Nederlands, dan vloeit het mee in de prosodie van het Nederlands, en ja, dat is prima. Bovendien zou je dan drie verschillende uitspraken moeten gaan kweken.”

Na het terugblikken op het verleden zijn we benieuwd naar Lissans kijk op het heden: wat is haar visie op Nordom en de studie scandinavistiek op dit moment? We bespreken uitgebreid onze angsten met betrekking tot onze studie. Wij studenten scandinavistiek hebben vaak een zekere angst dat onze mooie studie ooit nog eens wegbezuinigd gaat worden. Met spanning wordt elk jaar het aantal eerstejaars afgewacht door zowel docenten als studenten. We vragen Lissan hoe zij het gesteld vindt met de kleine talen en daarbij relativeert ze gelukkig onze angsten. “Nou ja, aan de ene kant zie je dat de schooltalen soms qua animo dalen. En dat geldt niet voor alle schooltalen, want Spaans is volgens mij redelijk groot. Maar aan de andere kant zie je dat talen zoals Arabisch, Oekraïens en Jiddisch heel erg omhooggaan en dat Scandinavisch best wel stabiel blijft eigenlijk. Daar is wel een kleine fluctuatie, maar in principe is de interesse voor Scandinavische talen eigenlijk wel min of meer hetzelfde gebleven.” Ze is erg blij met die interesse en hoopt op meer, maar blijft ook realistisch. “Tuurlijk zou ik graag zien dat meer mensen Scandinavische talen zouden studeren, maar ik denk dat wij blij mogen zijn met het aantal leerlingen dat we hebben.”

De oplossing voor het behouden van de kleine talen is binnen de universiteit zelf altijd het fuseren van verschillende studies geweest. Ook volgend jaar zullen de individuele opleidingscommissies van de regiostudies worden samengevoegd tot enkele grote. We vroegen Lissan of zoiets ook voor studieverenigingen zou kunnen werken, maar daar zet zij haar vraagtekens bij.

“Toen we Nordom oprichtte, was het idee dat je een plek zou hebben waar je je enthousiasme en liefde voor Scandinavië kon delen. Als je dat dan samenvoegt met een andere taal, dan kunnen er allerlei andere dingen gebeuren. Dan is de vraag, wat gebeurt er dan met dat stukje van het uitwisselen over je eigen studie? Als dat deel zou komen te vervallen, zou ik dat wel jammer vinden. En ik denk ook dat – want volgens mij zijn er nog vrij veel alumni die nog lid zijn van de vereniging – het voor hen dan misschien ook minder relevant wordt. En wat wil je dan bereiken door samen te gaan? Wil je dan een grote studentenvereniging worden of blijf je dan een studievereniging? Wat is dan de kern van je vereniging?”

Lissan ziet de toekomst verder heel positief in voor Nordom: “Volgens mij is er een vrij stabiele, actieve groep die dat steeds overdraagt aan een volgende generatie.” Het gevoel dat Nordom dus zou doodbloeden heeft ze “helemaal niet, maar ja, misschien mis ik iets.”

Lissan benadrukt hoe belangrijk zij Nordom vindt voor de binding binnen de studie: “Ik denk dat het ook heel belangrijk is voor al die studenten, dat er zo veel gebeurt. Het is echt een hele positieve bijdrage aan de studie.” Geconfronteerd met een mogelijk verdwijnen van Nordom, vertelt Lissan ook dat het negatieve gevolgen kan hebben voor de studie zelf. “Ik denk dat dat echt heel erg treurig zou zijn, want ik denk dat de cohesie in de groep – het gevoel van ‘ik hoor bij deze studie en bij deze studie horen ook die en die en die’ – ook maakt dat de studie gewoon beter vol te houden is als je een dipje hebt. Onderlinge uitwisseling maakt het ook interessanter, het maakt de studietijd rijker. Dus daarom vind ik het echt heel erg belangrijk en daarom zou ik het als een verlies beschouwen als Nordom nu zou ophouden.”

Richting het einde van het gesprek waren wij benieuwd naar Lissans kijk op hoe Nordom, naast de band tussen studenten onderling, ook die tussen de studenten en docenten ondersteunt. Zij onderstreept het belang van de studievereniging voor het aanleggen en onderhouden van die band, al vanaf de eerste dag van de nieuwe studenten. “Nou ja, als je kijkt naar de introductiedag bijvoorbeeld, is het wel heel fijn dat we dat samen kunnen doen. Dat er een paar onderdelen van de opleiding zijn, maar ook en een paar onderdelen van Nordom, en dat we dat samendoen. Ja, dat is wel belangrijk, niet specifiek voor docenten, maar voor de opleiding als geheel want zo krijgen de nieuwe studenten een goed beeld van wie wij zijn, en de ouderejaars kunnen lekker bijkletsen en de nieuwe studenten leren kennen.”

Binnen een kleinere studie is er sowieso meer contact tussen de studenten en docenten. Bij Scandinavië studies lijkt er amper afstand tussen hen te zijn en dit gevoel deelt Lissan ook. “Ja, dat is mijn gevoel wel, ja. Ik heb wel het gevoel dat wij als docenten vaak weten wat er speelt en bij wie het wel goed gaat en bij wie het minder goed gaat. En dat is natuurlijk een voordeel aan het hebben een semi-kleine – want zo klein zijn we eigenlijk helemaal niet – opleiding: we kennen elkaar. Dat maakt het ook heel erg leuk, vind ik.”

Tot slot vroegen we Lissan nog naar haar mening over de nieuwe uitstraling van Noorderlicht. Daarover is ze zeker enthousiast. “Chic, of chic, ik vind het eigenlijk wel heel professioneel. Ik vind het leuk in elkaar zitten. En het is ook geen dun blaadje, dus ook dat is heel erg leuk.” Ook over de vernieuwde uitstraling van Nordom is Lissan lovend. “Ja, dat vind ik ook heel erg leuk. Alles wat gebeurt om iets tot je eigen te maken en te laten groeien lijkt mij hartstikke positief.”

Als laatste benoemt Lissan nog steeds erg blij te zijn met het bestaan van Nordom en hoe het nog steeds een actieve studievereniging is. Hoewel haar rol is veranderd, voelt ze zich nog steeds nauw verbonden met de vereniging. “Ik doe niet mee met de activiteiten en zo, maar het is wel de studievereniging van de opleiding. En ik ben volgens mij ook gewoon lid, dat wil zeggen … als ik niet ben vergeten te betalen …”

Geschreven door