ᚼᛁᚾ ᚢᛁᚴᛁᚴᛅᛚᛏ – Hin Víkingaöld

De Vikingtijd wordt heden ten dage gezien als het toppunt van traditionele masculiniteit: ruwe, bebaarde mannen die zich volledig verliezen in het gevecht in de hoop terecht te komen in Valhǫll (Valhalla) na een glorieuze ondergang. Dat hedendaagse beeld is wellicht een goede inspiratiebron voor avontuurlijke actiefilms, -boeken en -games, maar verhult ook het overgrote deel van de wereld destijds voor ons als moderne mens. Dit terwijl alles wat dat masculiene beeld overschaduwt juist de Vikingtijd een interessante en veelzijdige periode maakt. Gelukkigerwijs wordt die overschaduwde kant tegenwoordig steeds beter geanalyseerd, waaronder met de analyse- en onderzoeksmethoden die voortgekomen zijn uit relatief nieuwe wetenschappen zoals genderstudies, regiostudies en cultuurwetenschappen. Laten we in de schaduw van de Viking stappen en zoeken naar datgeen wat er te vinden is aan de andere kant van de Vikingtijd.

Beeld: Rick van Staten

Tegenwoordig is het vrij bekend dat Vikingen, beter gezegd de mannen (alhoewel, misschien ook vrouwen) die op plundertochten gingen, slechts een klein deel van de Scandinavische bevolking uitmaakten. Maar dat feit leidt vrijwel automatisch tot de vraag wie die overige bevolking dan wél was. Want naast die selecte groep krijgers die wij later Vikingen zouden noemen, leefden een nog veel grotere groep “gewone” mannen, vrouwen, kinderen en alles daartussen op het Scandinavische platteland of op de vele handelsroutes die het Noorden verbond met verre gebieden van west tot oost. Het feit dat deze groeperingen historisch zijn genegeerd in de vertellingen over de Vikingtijd wordt alsmaar duidelijker en dringt zelfs door in de nationale geschiedenissen zoals deze verteld worden op scholen en musea in Scandinavië.

Bij de verschuiving weg van de Viking naar de grotere naamloze massa was de positie van de vrouw een van de eerste onderwerpen die behandeld werd. Uit verscheidene grafvondsten werd duidelijk dat vrouwen ook belangrijke posities konden innemen binnen de Scandinavische maatschappij van destijds. Bekendst onder de vrouwengraven is die van Oseberg, waar het imponerende Osebergvikingschip een onderdeel van uitmaakte. Het schip is het toonbeeld van weelde en welvaart, met objecten (een tandenstoker, zijden stukjes in hun kleding, etc.) die de gemiddelde Scandinaviër destijds amper kon bemachtigen. Er is echter geen enkele sprake van een man in dit graf, ondanks de bijna overdreven luxe die het uitstraalt. Veel andere graven toonden een vergelijkbaar patroon, waardoor duidelijk werd dat naast mannen, ook vrouwen belangrijke posities konden innemen in de samenleving. Het aantal is echter gering in vergelijking met vergelijkbare mannengraven1, wat ons samen met de sagaliteratuur en runenstenen toch een grotendeels patriarchale (hier kom ik nog op terug) samenleving geeft.

De vrouw wordt echter wel gezien als de meester des huizes, gesymboliseerd door de sleutel. Het waren vrouwen die de samenleving in het klein, het huishouden, in stand hielden en bestierden. Al het werk binnenshuis viel onder de verantwoordelijkheden van de huisvrouw, van weven tot het boterkarnen. Hoewel dit huishoudelijk werk van groot belang was, werd het ook als de meest normale zaak van de wereld gezien. In tegenstelling tot de heldendaden van de mannen die overzee gingen, werden de daden van vrouwen daardoor amper vastgelegd. Toch is er sprake van één monument wat ter ere van een vrouw des huizes gemaakt is tijdens de Vikingtijd. De boer Hólmgautr liet bij zijn boerderij te Hassmyra in Västmanland een runensteen maken ter ere van zijn vrouw Óðindísa. Het is het enige gedicht op een runensteen in Zweden dat een vrouw eert en is een zeldzame kijk in de dagelijkse levens en gevoelens van mensen die voor ons redelijk onbekend zijn: ᚴᚢᛘᛒᚱ × ᚼᛁᚠᚱᚤᛆ × ᛏᛁᛚ × ᚼᛆᛋᚢᛁᛘᚢᚱᛆ × ᛁᚴᛁ ᛒᛂᛏᚱ × ᚦᚬᚾ ᛒᚢᛁ ᚱᛆᚦᚱ – Naar Hassmyra zal geen betere huisvrouw komen, die de boerderij bestiert.

Waar vrouwen echter de meeste macht en prestige konden behalen is in het waarzeggerschap, als zogenaamde vǫlur (enkelvoud: vǫlva). In een trance, waarschijnlijk opgeroepen door middelen als hennep en bilzekruid, vertelden zij hun visioenen aan belanghebbenden. Deze zieneressen hadden aanzienlijke posities in de middeleeuwse, Scandinavische maatschappij, te zien aan de rijke grafvondsten. Herkenbaar voor hen allen is de staf of vǫlr die zij droegen, een object dat ook naam heeft gegeven aan deze groep vrouwen. Tegenwoordig wordt de vorm van deze staf vaak vergeleken met een spinrokken, een gereedschap gebruikt in het spinnen van wol of vlas. Binnen het Noordse denksysteem was spinnen en weven dan ook symbolisch verbonden aan het leven, de toekomst en magie – de zogenaamde seiðr. Zo intrinsiek verbonden waren magie en het weven dat dit woord voor magie, seiðr, waarschijnlijk etymologisch verbonden is aan woorden voor ‘draad’ in andere Germaanse talen. Doordat het verbonden was aan het weefgetouw werd magie dan ook als iets intrinsiek vrouwelijk geacht in de Vikingtijd.

Magie was zoiets vrouwelijks, dat het zelfs als beschamend en oneervol werd gezien als een man eraan deed. Dit kon nogal grote consequenties hebben in een maatschappij die gericht was op het in stand houden van de eer van jezelf en je naasten. Het beschuldigd worden van onmannelijk gedrag, ergi genoemd, was dan ook een legitieme reden om iemand uit te dagen tot een duel tot de dood. Het is die associatie tussen vrouwelijkheid en magie die ons brengt naar nieuwere analyses binnen het vakgebied van middeleeuwse scandinavistiek. Er wordt namelijk steeds meer aandacht gericht op aspecten van gender in het wereldbeeld van de Vikingen. Een simpele analyse van het Scandinavië van de Vikingtijd als patriarchale samenleving, doet er tegenwoordig geen recht aan. Wel was er sprake van een maatschappij die geobsedeerd was met een sterke genderverdeling, waarbij het vertonen van bepaald gedrag en bepaalde rollen naar je genderidentiteit van groot belang was. Een vrouw kon ook hoge posities behalen, zolang die positie wel binnen het domein van ‘de vrouw’ viel.

Dit denkbeeld komt steevast terug, zowel in de archeologische vondsten als literaire bronnen. Toch zijn er belangrijke uitzonderingen. Ondanks de vrouwelijke aard van seiðr en het beoefenen van magie, was de belangrijkste beoefenaar de oppergod Óðinn (Odin) zelf. Dit betekent dat de god van de wijsheid, macht, oorlog en mannelijkheid zich ook schuldig maakte aan een van de meest oneerbare feiten die een man kon maken in de Vikingtijd. Óðinn was daardoor qua gender een zeer ambivalent fi guur. Er zijn verschillende theorieën waarom deze overtreding van genderrollen in het geval van Óðinn geaccepteerd werd. Wellicht was de seiðr die hij uitvoerde en de kennis die hij hiermee vergaarde van levensbelang. Met zijn macht over de runen en alle kennis in de wereld die hij had vergaard met magie, kon Óðinn de maatschappij zoals deze was in stand houden. Een geval van het doel heiligt de middelen. Er wordt echter ook gedacht dat de transgressie die Óðinn getuigt een bredere trend toont van genderovertreding door middel van seiðr. Hierbij wordt het overtreden van gendergrenzen verbonden aan het overtreden van de grens tussen de fysieke en de geestelijke wereld – een rite die zijn gelijk zou kennen in veel sjamanistische tradities van over de gehele wereld.

Toch is Óðinn niet de enige die de grenzen tussen man en vrouw overschrijdt in de Noordse mythologische wereld. De bekendste grensoverschrijder is dan ook Loki, die als ‘trickster’- of schelmfi guur vaak directe confrontatie opzoekt met de sociale orde van de Godenwereld. Wat betreft gender is Loki nog ambivalenter dan Óðinn. Zonder te veel moeite wisselt hij meermaals van gedaante en sekse. Het bekendste voorbeeld hiervan wordt benoemd in Snorri Sturlasons Proza-Edda, waarin Loki zichzelf verandert in een merrie om het ros Svaðilfari te verleiden. Hierbij wordt hij zelfs zwanger en baart hij het achtvoetige paard Sleipnir. Ook vermomt hij zich moeiteloos tot bruidsmeisje van de vermomde Þórr (Thor) in Þrymskviða, terwijl de dondergod er bijzonder veel last en schaamte aan ervaart. Loki staat dus volledig vrij van de maatschappelijke rollen en verwachtingen van de Oudnoordse samenleving, op gendergebied maar ook elders.

Als een soort grenzeloos, liminaal en wellicht queer (in de betekenis van ‘norm-vervreemdend’) fi guur stond het Loki vrij om hypocrisie van zijn eigen omgeving bloot te stellen. Hijzelf was de normen namelijk niet onderhevig, terwijl de anderen (zoals Þórr die zich schaamt om verkleed als vrouw rond te gaan) dat wel waren. In Lokasenna nodigt Loki zichzelf uit voor een feest, waar hij expliciet niet welkom was. De andere goden doen vervolgens hun beklaag over de leugengod, wat een relaas aan beschuldigingen van Loki’s kant in gang zet. De goden kunnen zich hier niet tegen verweren, omdat het gaat over waarheden. Wanneer Óðinn Loki beschuldigt van onmannelijk gedrag bijvoorbeeld, slaat Loki genadeloos terug door te zeggen dat: “Men zegt dat je spookte op Troebel Eiland, dat je als kol de trom roerde, je onder mansvolk mengde in tovenaarsgedaante, als dat niet pervers is, weet ik het niet”2. Loki lijkt zich niet te schamen voor zijn vrouwelijkheid, terwijl dit zeker wel het geval lijkt te zijn voor de Alvader. Door zich te bevrijden van de bestaande sociale normen, maakt Loki de weg vrij voor verandering (zowel slechte – denk aan Ragnarǫk – als goede – denk aan de uiteindelijke hergeboorte van de wereld onder Baldr). Het toont aan dat zelfs in een van de meest centrale componenten van het middeleeuws Scandinavische denkbeeld ook vreemde, grensverleggende en ‘queer’ elementen waren.

Het is echter onwaarschijnlijk dat de Godenwereld een goede kijk geeft op de wereld zoals die was voor de gemiddelde Scandinaviër in de Vikingtijd. Het gedrag van de goden, zoals ook zichtbaar wordt in Lokasenna, was niet iets waar menigeen trots op diende te zijn – zeker niet als het ging over de oneervolle transgressies van gendernormen die Loki en Óðinn ondergingen. Wellicht moeten deze gezien worden als uitzondering die mogelijk was door de status van de goden als oppermachtig. Toch geeft het ons een beter beeld van deze maatschappij als een die niet zo zwart-wit lijkt als in het stereotiepe beeld wat wij er vaak van krijgen. Het toont aan dat het anders-zijn in ieder geval besproken werd en dat er daardoor wellicht ook wel sprake van was in het ‘echt’. Dat er een dergelijke strikte scheiding was wat betreft genderrollen getuigt sowieso dat die grenzen meermaals overschreden geweest moeten zijn.

Een beeld van de Vikingtijd dat veel complexer is, wordt steeds vaker ondersteund met archeologisch onderzoek dat ook gevallen blootstelt van mannen (van sekse) die begraven worden als ‘vrouwen’, en vrouwen (van sekse) die begraven worden met ‘mannelijke’ attributen. De bekendste hiervan is het graf in Birka van een vrouw met daarin allerlei attributen die traditioneel worden toeschreven aan (‘mannelijke’) krijgers. Een ander voorbeeld is een graf dat gevonden is in het Finse Suontaka Vesitorninmäki, waar de begraven persoon gekleed is in vrouwenkleding maar ook met ‘mannelijke’ attributen als een zwaard. Genetisch onderzoek toonde ook aan dat deze persoon waarschijnlijk het syndroom van Klinefelter had, waarbij iemand die fysiek mannelijk is, toch vrouwelijke seksekenmerken kan krijgen. Hoewel er weinig met zekerheid te zeggen valt over deze vondsten en wat deze ons kunnen vertellen over het middeleeuwse Scandinavië, tonen zij wel aan dat de Vikingtijd een veel complexere periode is dan wij vaak (willen) denken.

Met deze gedachte eindig ik hier deze enigszins beknopte beschouwing van wat er te vinden valt in de schaduw van de stereotiepe masculiene Viking. In die schaduw zien we belangrijke, machtige vrouwen, liefdevolle eerbetonen aan partners, grensoverschrijdende goden en wellicht échte personen die de traditionele denkbeelden van hun omgeving zelf hebben uitgedaagd. Een wereld die bovenal veel complexer, ingewikkelder en vooral kleurrijker is dan we vaak denken.


1 Hoewel dit het geval is bij extravagante graven als die van Oseberg, is het bij de meeste “normale” graven niet mogelijk om het te bepalen als toebehorend aan een man of vrouw.

2 Vertaling uit Edda, door Marcel Otten

Geschreven door