Uitmuntend

De Noordse munt is een langzame dood aan het sterven. Een toename in pinbetalingen, online transacties en nu ook inflatie maken de munten steeds minder nuttig. Ik klink wellicht als een romanticus, gericht op het vastleggen van dat waardevolle stukje cultuur voordat het een stille dood ondergaat in de nevel van de geschiedenis. Toch heb ik vreemd genoeg totaal geen moeite met het verdwijnen van contant geld, hoewel ik mij ook bewust ben van het belang ervan. Ikzelf betaal ook nooit meer met een biljet, laat staan die paar tien- of twintigcentmuntjes in mijn bezit; of nog erger die ene één cent die je hebt weten te krijgen in Duitsland. En toch, ondanks alles, schrijf ik hier een ode aan de Noordse munt.

Laten we beginnen met het schrijnendste voorbeeld, de vijf muntjes van de IJslandse kroon – de 1, 5, 10, 50 en 100 kroonmunten. Sinds de economische crisis van 2008 is de IJslandse kroon nooit meer echt sterk geworden en wordt nu gedeeltelijk ook artificieel laag gehouden om toerisme aan te moedigen. De munt van 1 kroon is dan ook maar 0,0067 euro waard – praktisch gezien dus helemaal niks. Toch zijn alle vijf de muntjes kleine kunstwerkjes. Elk dragen op de voorkant een lokaal dier – een kabeljauw, twee dolfijnen, vier lodden, een strandkrab en een snotolf. Op de achterkant staan de vier beschermheiligen, landvættirnir, van IJsland: de draak, de adelaar, de stier en de reus. De ontwerpen zijn minimalistisch, modern en tegelijkertijd uiterst gedetailleerd. Zeker de stilering van de landvættir verdient een aandachtig oog, een viertal bestaand uit zeer simpele vormen en lijnen zorgt voor een krachtig en duidelijk beeld. Een zekere standvastigheid en stabiliteit lijkt er bijna mee uitgedrukt te worden – ondanks de soms nogal fragiele aard van de IJslandse kroon zelf.

De Zweedse munten hebben daarentegen weinig te bieden. Het prachtige hoofd van Carl Gustav mag dan wel een kant bedekken, aan de andere kant prijken alleen de welbekende drie kronen. Het gekozen lettertype verdient ook waardering, maar spanning ende sensatie mist. Alhoewel, oordeel niet te snel. Want in de nieuwe serie is een muzikale verwijzing verscholen, en ook nog eens naar Ted Gärdestad en zijn bekende nummer ʻSol, vind och vatten’. De titulaire drie elementen komen dan ook in zéér gestileerde vorm voor. Een krans van zonnestralen op de 1, zwierige winden op de 2 en een aantal golfjes op de 5 kronenmunt. Helaas dus niets op de 10, waarvan het ontwerp nog stamt uit de vorige serie. Weinig andere landen durven verwijzingen te maken naar muziek op hun geld, laat staan een popnummer uit 1973. Het iconische nummer van Ted verdient echter deze bijzondere plek, ondanks dat de verwijzing net zo onzichtbaar is als de lyd in het logo van DR lyd (ja, kijk er nog maar eens goed naar).

Iets naar het westen bewegende bevinden we ons in Noorwegen, die de 1, 5, 10 en 20 kronen in muntvorm hebben. Het meest opvallende zijn de munten van 1 en 5 kronen, die namelijk elk een gat hebben. Gaten in munten vind ik zelf een van de meest vermakelijke dingen. Er is weinig op deze wereld wat mij meer vreugde brengt dan een klein koperen muntje met een nog kleiner gaatje. Je kan er bijvoorbeeld doorheen kijken! Goed, ik moet mij verontschuldigen voor deze zijtak, hopelijk zijn wij allen dankzij de colleges van Zwiep aan zijweggetjes gewend geraakt.

Laten we toch nog even blijven bij die doorboorde muntjes, maar nu wel kijkend naar hun ontwerp. Er is sprake van een plantenmotief. De munt van 1 kroon heeft een soort rosemåling (welbekend onder Nordommers onderhand), terwijl de munt van 5 kronen een strook corinthisch-ogende blaadjes heeft. De twee waardevolle munten hebben allebei, zoals wel vaker bij koninkrijken gebeurd, een portret van de koning, Harald V. De 10 kroonmunt heeft een gestileerde staafkerk. Door de stilering wordt het bijna een modern geometrische compositie, maar een staafkerk is het duidelijk wel. Op de munt van 20 kronen staat de voorkant van een markant vikingschip afgebeeld. Het zijn iconen van de Noorse geschiedenis en cultuur, die prachtig en simplistisch verwerkt zijn in de kleine muntjes.

Het gatengala is nog niet voorbij, wees niet getreurd, want ook Denemarken heeft gaatjes in zijn munten. En ik wil het eigenlijk niet zeggen, omdat het als IJslands- en Zweedslerende voelt als verraad, maar de Deense kroon heeft de mooiste munten van het Noorden. Het voelt nu alsof ik mijn mond en toetsenbord moet wassen met zeep, maar ik moet het toch erkennen. Laten we beginnen bij de minste, qua waarde én design – de 50 øre. Denemarken heeft als enige land nog øre, ondanks dat het een waarde heeft van 0,07 euro. Deze munt is dan ook niet zo heel speciaal. Er staat simpelweg heel groot 50 øre op in een nogal eigenaardig, bijna circus-achtig lettertype met daarboven een hartje (verwijzend naar het wapen van Denemarken; drie leeuwen omringd door harten). De achterkant heeft simpelweg een kroon. Nu gaan we in zevenmijlslaarzen door de andere heen; in Denemarken hebben de munten van 1, 2 en 5 kronen en die van 10 en 20 kronen namelijk hetzelfde design. De munten van 1, 2 en 5 kronen hebben een gat, waar de Denen goed gebruik van maken. Er wordt gebruikgemaakt van circulaire patronen en tekst, met op de voorkant traditionele golfjes. Op de achterkant staat het koninklijke monogram van koningin Margrethe II, die herhaald wordt om ook een circulair patroon te maken. Nog meer dan Noorwegen maakt Denemarken gebruik van het gat als designelement en dat vind ik noemenswaardig. De munten van 10 en 20 kronen hebben op de kopkant, verrassend genoeg, de kop van koningin Margrethe II en op de muntkant het wapen van Denemarken. Ook dit wapen is mooi aangepast aan de vorm van de munt en is sowieso heel fraai weergegeven. Belangrijk is nog dat op alle munten hartjes staan. Door al die hartjes kan je ook bijna niets anders dan houden van de Deense munten.

Als laatste Finland, die als een van de eersten de euro invoerde in 2002. Zoals we waarschijnlijk allemaal wel weten, hebben euromunten een gemeenschappelijke muntkant en een nationale kopkant. Op de kop van alle centen staat de Finse leeuw, bewapend met een zwaard in zijn rechterhand, die een Oosterse, lees Russische, scimitar aan het vertrappen is. De munt van 1 euro toont twee zwanen, vliegend over een meer. Het design is simplistisch, maar voelt bijzonder natuurgetrouw. Op de munt van 2 euro staan de bloemen en vruchten van de kruipbraam. Deze zijn ook realistisch weergegeven, maar doordat zij op een blanco achtergrond staan afgebeeld voelt het design een beetje unheimlich. Sowieso passen de drie designs niet erg bij elkaar, in tegenstelling tot veel van de andere munten van het Noorden. Waar IJsland, Zweden, Noorwegen en Denemarken aardig samenhangende muntreeksen hebben uitgebracht, is dit bij Finland niet zo gelukt. De vraag is of dit te danken is aan hoe de euro nou eenmaal werkt met die ene nationale kant die landen hebben.

Kortom, de munten van het Noorden zijn wel het bekijken waard. Mocht je ze allemaal in huis hebben, zou ik je aanraden om eens goed voor ze te gaan zitten. Men vergeet snel hoeveel moeite en tijd in zo’n klein muntje gaat, zeker als hij van belang is voor ’s lands hele economie. Dat is de wijze les die ik jullie dan ook hoop mee te geven uit deze bijzonder lange, gedetailleerde kijk naar de muntontwerpen van het Noorden:

Kijk goed om je heen en bewonder al het werk dat gestoken wordt in de kleinste
dingen des levens.

Geschreven door