Hinsegin íslenska frá A til Ö

Hetgeen zeggen wat eerder onzegbaar was. Het is de functie van allerlei woorden en labels die we als regenboogtaal kunnen beschouwen. Woorden als homo, gay, queer, aseksueel, panseksueel en transgender hebben hun intrede in het Nederlands gedaan om uiting te geven aan identiteiten die als buiten de norm vallend beschouwd werden. Opvallend is dat bijna al deze woorden geleend zijn uit het Engels, niet zo vreemd misschien, als men zich realiseert dat queeremancipatie een wereldwijde beweging is, waarbij cruciale gebeurtenissen veelal in de Angelsaksische landen plaatsvinden. Bijna over heel Europa is zo een redelijk homogeen regenbooglexicon ontstaan. Behalve in één land. Ver op de Atlantische Oceaan hebben IJslanders, zoals wel vaker, hun eigen woorden voor queer belevingen gevonden.
Beeld: Rick van Staten

Að koma út úr skápnum – oftewel, uit de kast komen. Dat heeft op IJsland veel tijd gekost. Begin twintigste eeuw was homoseksualiteit een volkomen onbesproken thema op het eiland, laat staan andere vormen van queer-zijn. Waar in continentaal Europa het een na het andere homo-schandaal wijd verspreid werd in de media, heerste er op de Atlantische Oceaan nog lange tijd een absolute stilte. In het interbellum begint IJsland dan toch in contact te komen met het concept homoseksualiteit. Kynvilla, oftewel seksuele afwijking, werd homoseksualiteit destijds genoemd. Deze term bleef lang tot in de jaren ’80 gangbaar op IJsland. Toch werd homoseksualiteit langzaam deel van de IJslandse maatschappij. Geroemd schrijver Halldór Laxness schreef in 1925 al: “Reykjavík heeft in een haverklap alles gekregen, wat past bij een wereldstad, niet alleen een universiteit en bioscopen, maar ook voetbal en homoseksualiteit.”

Homoseksualiteit werd lang gezien als een vreemd element, zeker in de context van een grotere discussie over de modernisering van IJsland. Niet iedereen was voorstander van een modern, industrieel en kosmopolitisch IJsland en voor vele IJslanders was homoseksualiteit een van de vele bijwerkingen van modernisering. Toch kwam, zoals Laxness al schreef, moderniteit à l’européenne naar IJsland – en zo ook homoseksualiteit. Homo-emancipatie begon echt op stoom te komen in de jaren ’70, toen ook de nationale lhbtqia+-organisatie Samtökin ’78 werd opgericht. Met emancipatie kwamen ook de eerste woorden die binnen de gemeenschap zelf gebruikt werden, veelal afkortingen van Deense leenwoorden zoals hommi en lessa. Het gebruik van deze (nog altijd gebruikte) woorden gaat hand in hand met ontwikkelingen binnen de queergemeenschap. Onderschat niet de kracht van woorden, zeker niet op IJsland, waar taal onlosmakelijk verbonden is met identiteit.

Toen Samtökin ’78 namelijk in 1978 een reclame wilde uitzenden, werd hij door RÚV (de nationale radio- en televisiezender) geweigerd wegens het gebruik van precies hommar en lessur. Volgens hen was het gebruik van dergelijke woorden tegen alle fatsoen in en – veel belangrijker – on-IJslands. Een ‘proper’ IJslands alternatief werd gevonden en werd steeds populairder: samkynhneigð. Letterlijk betekent het iets als “neigen naar hetzelfde geslacht”. Samkynhneigð, samen met tegenhanger gagnkynhneigð (heteroseksualiteit) zijn tegenwoordig de meest neutrale woorden om menselijke seksualiteit te beschrijven. Tevens vormen ze de basis voor een reeks woorden die andere geaardheden beschrijven, zoals tvíkynhneigð (biseksualiteit) en eikynhneigð (aseksualiteit).

Eikynhneigð toont overigens een nieuwe trend in de wereld van regenboogtaal op IJsland. Het woord – wat overigens gebruikt wordt naast Ásar, een leenvertaling van het Engelse aces, als een van de weinige dominante leenwoorden – is in gebruik genomen na een jaarlijkse taalcompetitie die Samtökin ’78 (nog altijd) organiseert om IJslandse neologismen te vormen voor queer onderwerpen. Op deze wijze is het moderne queerwoordenboek ontstaan in het IJslands, dankzij de actieve participatie van mensen binnen de gemeenschap zelf. De wedstrijd, genaamd hýryrði (queer taal), reflecteert een breder begrip van taal op IJsland als iets wat gemeenschappelijk bepaald wordt. Taalcompetities en landsbrede discussies over IJslandse neologismen voor nieuwe termen zijn het saga-eiland niet vreemd.

Afgelopen jaren is er dankzij deze hýryrði-wedstrijden voornamelijk uiting gebracht aan genderdiversiteit. Het IJslands, zo streng verdeeld in drie grammaticale geslachten, kreeg zo woorden voor niet-binaire genderidentiteiten. Er kwam, mede onder invloed van het Zweedse hen, een genderneutraal voornaamwoord hán. In 2021 kwamen er ook woorden voor een non-binaire volwassene – kvár – en een non-binair kind – stálp (wat trouwens een ludieke combinatie is van strákur en stelpa, jongen en meisje). Al in 2019 kwam er een genderneutraal alternatief voor de traditionele patroniemen, de welbekende IJslandse namen eindigend op -dóttir of -son, in de vorm van -bur. Zoals wel vaker gebeurd in het IJslands is hiervoor een ouderwets woord van de metaforische zolderkamer gehaald, ditmaal een Oudijslands woord voor zoon.

Ondanks een bijzonder moeizame start, is er op IJsland tegenwoordig sprake van een bruisende queer cultuur, die elk jaar ook linguïstisch wordt versterkt door persoonlijke bijdragen, taalcompetities en bredere discussies. Wellicht draagt deze talige vernieuwing, door het in een ʻnette IJslandse’ vorm te zetten, bij aan toenemende queer-acceptatie op IJsland. Het geeft echter vooral mensen de mogelijkheid uit te drukken wie zij zijn, wellicht nog wel meer dan in talen als het Engels of het Nederlands, door de vitale en beweeglijke aard van taal op IJsland. Ook hún ervaringen kunnen nu beschreven worden, ook al vallen ze wellicht buiten de maatschappelijke norm. Zij mogen nu anders zijn – Þau mega vera hinsegin, eða blátt áfram öðruvísi.

Hýrorðalisti

Hinsegin – Queer, letterlijk anders
Hýr – Homo/gay, betekent ook blij
Samkynhneigð – Homoseksualiteit; sam + kyn + hneigð (gelijk + geslacht + neiging)
Tvíkynhneigð – Biseksualiteit; combinatie van tví + kyn + hneigð (twee + …)
Eikynhneigð – Aseksualiteit; ei + kyn + hneigð (geen + …)
Pankynhneigð – Panseksueel; (Grieks:) pan + kyn + hneigð (elk + …)
Kynvitund – Genderidentiteit; kyn + vitund (geslacht + besef)
Trans – Transgender, Altijd zonder toevoeging van –gender/-kyn, bijvoorbeeld trans maður (trans man), trans kona (trans vrouw), trans fólk (transpersonen)
Kynsegin – Genderqueer of non-binair, een porte-manteauwoord waarin kyn (geslacht) gecombineerd is met hinsegin (queer)
Frjálsgerva – Non-binair, frjáls + gerva (vrij + vorm/geslacht)
Hán – Die (vergelijk met het Zweedse hen), genderneutraal persoonlijk voornaamwoord
Kvár – Non-binair volwassen persoon
Stálp – Non-binair kind, porte-manteauwoord van stelpa (meisje) en strákur (jongen)
Bur – Genderneutraal equivalent voor zoon/dochter

Geschreven door