Genderneutraal onderwijs: Een goed idee?

Zweden staat erom bekend dat het voorop loopt in gendergelijkheid. Dat begint al in de kleuterklas. Zo zijn alle Zweedse scholen verplicht om te streven naar gendergelijkheid in de klas (Shutts et al. 3), maar er zijn ook Zweedse scholen die een extra stap zetten: de zogenaamde genderneutrale scholen. Deze scholen vermijden zoveel mogelijk het gebruik van han/hon (hij/zij) en gebruiken in plaats daarvan het Zweedse onzijdige voornaamwoord hen. Daarnaast passen ze verhalen en liedjes aan om traditionele genderrollen tegen te werken en wordt er geprobeerd gendergebonden gedrag te vermijden (Shutts et al. 4). Hier is veel ophef over ontstaan. Is genderneutraal onderwijs schadelijk voor kinderen? Gaat het te ver, of is het juist nodig?
Beeld: Gilles Tijmes

Om te beginnen moet vastgesteld worden of docenten invloed hebben op genderongelijkheid. Volgens Kollmayer et al. (6) projecteren leraren van kleuterklassen genderstereotypes over spelen op kinderen, waardoor de kinderen meer met gendertypisch speelgoed gaan spelen. Hierdoor ontwikkelen kinderen gendertypische vaardigheden (Kollmayer et al., 2020) en zo blijft er een verschil tussen meisjes en jongens en daarmee tussen vrouwen en mannen ontstaan. Docenten spelen zo een rol in het creëren van genderongelijkheid.

Ook in Zweden is er nog sprake van genderongelijkheid, ook al scoorde Zweden volgens de Global Gender Gap Index in 2022 nummer vijf. Dit is al in het klaslokaal herkenbaar: jongens domineren de klas en tonen aanstootgevend gedrag richting meisjes, terwijl meisjes behulpzaam en passief (horen te) zijn (Bayne 131). Volgens Bayne (133) zou er ook sprake zijn van pojkpanik (jongenspaniek): de behoeftes van jongens worden door docenten als urgenter beschouwd dan de behoeftes van meisjes. Uit het onderzoek van Lynch (427) blijkt dat boeken met mannelijke karakters vaker (voor)gelezen worden dan boeken met vrouwelijke karakters. Aangezien literatuur een belangrijke rol speelt bij de vorming van de identiteit van kinderen (Lynch 424) draagt ook dit bij aan de genderongelijkheid waarbij meisjes een soort ‘tweederangs’ geslacht worden (Lynch 423-424). Er is dus sprake van genderongelijkheid in Zweden, in ieder geval op scholen. Zijn genderneutrale scholen dan het antwoord?

Volgens verschillende studies is dit wel het geval. Zo blijkt uit het onderzoek van Shutts et al. (12) dat kinderen die naar genderneutrale scholen gaan, grotere interesse tonen in het spelen met onbekende kinderen van het andere geslacht en minder geloven in genderstereotypes dan kinderen die naar een reguliere Zweedse school gaan. Volgens Bayne (137-138) zouden meisjes die naar scholen met genderpedagogische projecten gegaan zijn assertiever zijn dan andere meisjes en jongens zouden zich minder bevooroordeeld voelen als ze gender-atypisch gedrag vertonen. Genderneutrale scholen zorgen dus voor meer gendergelijkheid.

Uit het onderzoek van Shutts et al. blijkt echter dat de verschillen beperkt zijn. Zo geloven kinderen die naar genderneutrale scholen gaan minder in genderstereotypes dan kinderen die naar reguliere scholen gaan, maar ze geloven er nog wel in en het verschil is niet groot. Hierbij zijn twee punten belangrijk. Ten eerste moeten alle Zweedse scholen streven naar gendergelijkheid, wat waarschijnlijk betekent dat de Zweedse kinderen minder in genderstereotypes denken dan kinderen uit andere landen. Daarnaast zijn scholen niet de enige plek waar kinderen opgevoed worden en stereotypes ontwikkelen. Hoe goed de genderneutrale scholen ook hun best doen, als een kind in andere omgevingen veel te maken krijgt met seksisme, zal het kind dit overnemen.

Daarnaast gebruiken de genderneutrale scholen geen mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden, maar de kinderen zien wel sekse: ze zien of iemand (biologisch) een vrouw of man is. Volgens Shutts et al. (12) zijn kinderen al heel vroeg in hun leven in staat om te zien of iemand een man of vrouw is. Wellicht is zelfs genderneutraal onderwijs niet sterk genoeg om het zien van sekse tegen te gaan (Shutts et al. 12). Dat roept de vraag op of dat dan wel erg is. Wat mij betreft is het belangrijkste doel bereikt: het tegenwerken van de genderstereotypen. Dat betekent echter niet dat er geen discutabele aspecten aan het genderneutrale onderwijs zijn. Als kinderen minder genderstereotypes aanhangen, is het doel dan bereikt?

Zo is het volledig uitsluiten van de voornaamwoorden han (hij) en hon (zij) betwistbaar. Op de genderneutrale scholen worden alle kinderen met hen aangesproken, of als “vriendje” (N for Neutral, 2017). Alleen boeken met hen worden gebruikt: als er han (hij) of hon (zij) in staat wordt dit vervangen door hen. Naast dat het problematisch kan zijn om literatuur

zonder toestemming van de auteur aan te passen, kan het ook het hele doel tegenwerken. Volgens Lynch (425) worden karakters in boeken waarvan de gender niet duidelijk is, vaak als mannelijk geïnterpreteerd. Dit is een probleem, aangezien representatie in literatuur van belang is. Volgens Jesper Lundqvist (N for Neutral, 2017) reageren kinderen echter niet op het gebruik van hen, maar zien meisjes het karakter als een meisje en jongens als een jongen. Wellicht is de oplossing dat boeken met mannelijke, vrouwelijke en onzijdige karakters evenredig (voor)gelezen worden.

Ook in Zweden is er dus nog werk aan de winkel wat betreft gendergelijkheid, en volgens diverse onderzoeken kan genderneutraal onderwijs hierbij helpen. Of het uitsluitend gebruik van hen een goed idee is, is echter in twijfel te trekken. Daarnaast heeft genderneutraal onderwijs geen oneindige invloed, maar het zorgt wel voor minder genderstereotypering en zorgt zo hopelijk voor minder genderongelijkheid in de toekomst.

Bronnen

Bayne, Emma, “Gender Pedagogy in Swedish Pre-Schools: An Overview.” Gender Issues 26:2 (2009): 130-140. https://doi.org/10.1007/s12147-009-9076-x

Global Gender Gap Report 2022. (2022). In World Economic Forum. Geraadpleegd op 30 maart 2023, van http://reports.weforum.org/globalgender-gap-report-2022

Kollmayer, Marlene et al., “REFLECT – A Teacher Training Program to Promote Gender Equality in Schools.” Frontiers in Education, 5 (2020): 1-8. https://doi.org/10.3389/feduc.2020.00136

Lynch, Lisa, “Where Are All the Pippis?: The Under-representation of Female Main and Title Characters in Children’s Literature in the Swedish Preschool.” Sex Roles 75 (2016): 422-433. https://doi.org/10.1007/s11199-016-0637-7

N for Neutral. (2017, 3 november). N for Neutral (2016) – Nederlandse ondertitels / Dutch Subtitles [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=fi_hANfM3tk

Shutts, Kristin et al., “Early preschool environments and gender: Effects of gender pedagogy in Sweden.” Journal of Experimental Child Psychology 162 (2017): 1-17. https://doi.org/10.1016/j.jecp.2017.04.014

Geschreven door