Van tulpen tot Tivoli: Emigratie van Nederlanders naar Denemarken

Een paar jaar geleden vertelde mijn beste vriend mij dat hij wilde verhuizen naar Denemarken. Hij was toen 23 of 24 jaar oud en had het eigenlijk allemaal al uitgevogeld. Intussen zijn we drie jaar verder en heeft hij al een flink aantal maanden in Denemarken gewoond en komt de verhuizing ernstig dichtbij. Zijn keuze zette mij aan het denken: “Waarom emigreren er nou eigenlijk zoveel Nederlanders naar Denemarken?”

Beeld: Gilles Tijmes // Foto achtergrond: Bewerkt van Lake Art LLC

Deze vraag werd uiteindelijk de rode draad van mijn afstudeerproject van mijn studie journalistiek. Daarom stapten mijn vriend en ik in het voorjaar van 2023 in de auto naar Denemarken om af te spreken met geëmigreerde Nederlanders. De zoektocht naar deze Nederdenen bracht ons in alle windstreken van het land. We reisden naar boerenfamilies in Skive en Ribe, maar ook naar juist stedelijke gebieden zoals Odense, Aarhus en Kopenhagen. Het verbaasde ons hoe wijdverspreid de Nederlanders zijn in het land – vrijwel in elke windstreek is er wel een verhuisde Nederlander te vinden.

Dat Nederlanders naar Denemarken trekken, is niet een nieuw gegeven. Een van de grootste bevolkingsstromen van Nederlanders naar het Scandinavische land was in 1519. Toen trokken tientallen Nederlandse boeren uit de omgeving van Hoorn naar het Deense eiland Amager, vlakbij Kopenhagen. Tegenwoordig is Denemarken nog steeds de op één na populairste bestemming van emigrerende boeren uit Nederland. Ditmaal niet op uitnodiging van de Deense koning zoals in de zestiende eeuw, maar als resultaat van wetgeving die het moeilijker maakt om in Nederland als boer te leven.

Tijdens mijn reis hoorde ik een breed scala aan verhalen. De een verliet Nederland omdat hij in Denemarken aan het werk kon, terwijl een ander weer vertrok voor de liefde. Ook verlieten velen Nederland vanwege de gunstige omstandigheden voor boeren in Denemarken. De kosten van vee zijn lager en de grond is goedkoper. Althans, voor nu nog wel.

Nederland is te druk, dat is wat eigenlijk alle geïnterviewden zeiden. Een van de geïnterviewden ging naar Denemarken voor een landbouwstage toen hij jong was. Het land sprak hem zo aan dat hij samen met zijn ouders het boerenleven oppakte in Denemarken. Hij had geen spijt en kwam zelfs amper meer in Nederland, alleen voor familie. Zijn ouders zijn inmiddels gepensioneerd en hijzelf rijdt nu op de vrachtwagen.

Een ander iemand die ik sprak, was een moeder van een boerenfamilie met haar twee volwassen kinderen. Zij sprak er over juist spijt te hebben van haar beslissing, en dan vooral spijt dat ze haar kinderen de verhuizing had aangedaan. Dochter en zoon wisten niet beter. Ze voelden zich goed in Denemarken en hun leven was er volledig opgebouwd. Wie hen hoort praten, hoort ook een Deens accent in hun Nederlandse taal. Voor de moeder was het moeilijker. Ze was intussen gescheiden van haar man en het bedrijf was opgedeeld. Ze had zelf veel moeite om tussen de Denen te komen. Het drukke boerenleven en het moederschap zorgden er samen voor dat ze de eerste paar jaren geen woord Deens kon.

De zon had gekozen om in de week van onze reis ons te vergezellen, waardoor de verleiding om hetzelfde pad te bewandelen begon te kriebelen. Mijn partner en ik waren een klein beetje betoverd door de rust, de natuur en de manier van doen in het land. In de auto zeiden we tegen elkaar: “Stel, we gaan ooit uit weg uit Nederland, dan wordt het wel Denemarken …” Tegelijkertijd realiseerden we ons dat je wel wat achterlaat als je vertrekt en werden we geconfronteerd met de stoïcijnse Deense verwachting om je zo snel mogelijk aan te passen. Ik denk terug aan wat een geïnterviewde zei: “Je moet alleen gaan als je beide honderd procent wil, anders moet je het niet doen.”


Voor mij blijft het voorlopig wel even Nederland, maar mijn beste vriend vertrekt deze zomer naar Denemarken.

Geschreven door