Hollænderbyen: 500 jaar Nederlanders op Amager

Wie in Kopenhagen rondloopt, zal het al snel opvallen dat er wat Nederlandse trekjes te zien zijn. Denk bijvoorbeeld aan het Rosenborg Slot in Nederlandse renaissancestijl of de vesting rondom Kastellet. Toch zullen de meeste reizigers ongemerkt vanuit het vliegtuig een stukje Nederlands-Deense historie passeren. Afgesneden van het steeds groter wordende Kopenhagen, bevindt zich onder de rook van het vliegveld namelijk een gemeente met nog altijd Nederlandse invloeden: Dragør.

De gemeente Dragør bestaat uit het vissersdorpje Dragør en Store Magleby en heeft iets minder dan 15.000 inwoners. Met name het oude centrum van Dragør, met de charmante gele huizen en anderhalve meter brede straatjes, trekt veel dagjesmensen. Toch ligt onze focus vandaag niet op deze pittoreske locatie, maar 3 kilometer westwaarts. Voor iemand die de Nederlandse voetstappen wil traceren op Amager, is Store Magleby namelijk de meest vruchtbare locatie. Hier vindt men onverwacht een sportcomplex onder de naam ‘Hollænderhallen’, een begraafplaats met een ingebeitelde Nederlandse aanwezigheid en een door weer- en (vooral) wind verweerd plakkaat met ‘Amagerhollandsk.’

De uitnodiging van Christiaan II

Vaak biedt chronologie de sleutel om te begrijpen waarom dingen tegenwoordig zo zijn, dus beginnen we in het jaar 1521. De destijds Deense koning, Christiaan II, nodigt 24 Nederlandse families uit om landbouw te bedrijven op Amager. Ze krijgen hiervoor het gehele eiland ter beschikking, behalve het vissersdorpje Dragør. Om deze keuze iets beter te begrijpen, is het belangrijk om te weten dat de destijds koninklijke adviseur Sigbrit Villoms is. De in Amsterdam geboren rechterhand van de koning was daarbovenop de moeder van de geliefde van Christiaan II: Dyveke.

In het zogeheten ‘priviligebrev’ beschrijft Christiaan II de voorwaarden waaronder de Nederlandse families naar Denemarken komen. Hierin staan enkele belangrijke punten: 1) De Nederlandse families mogen doorleven volgens Nederlandse wetten en hoeven de Deense regelgeving niet na te komen; 2) De Nederlanders hebben vrij recht om te vissen waar ze willen; en 3) Ze hoeven geen belasting te betalen. Deze speciale privileges zorgden ervoor dat de Nederlandse boeren welvarender waren dan de gemiddelde Deense.

Christiaan II werd gedwongen af te treden in 1523 en hiermee werd de toekomst van de Nederlandse kolonie onzeker. Onder nieuwe heerserij was er zelfs een beweging die wilde dat de Nederlanders Denemarken moesten verlaten. Na een drie jaar durende burgeroorlog (1533 – 1536) kwam Christiaan III op de troon. Hij kwam in 1547 met de eis dat de Nederlandse kolonie niet meer heel Amager tot de beschikking had, maar slechts het zuidelijkste puntje: Store Magleby en de omliggende gebieden.

Beeld: Gilles Tijmes

Store Magleby

Store Magleby was een in die tijd zelfbesturend dorp, waar de Nederlandse immigranten hun eigen leider (schout) kozen en zeven raadsleden (schepenen). Ondanks dat de inwoners een Nederlandse afkomst hadden, bleven ze geïsoleerd van de Nederlandse gang van zaken. Ze leefden parallel met de Deense omgeving en waren daardoor “niet Nederlands of Deens, maar iets heel anders,” zoals het Amager Museum het beschrijft. Dit toont zich onder andere in een eigen mengelmoes van Nederlands, Platduits en Deens: het dialect ‘Amagerhollandsk’. Het bekendste stuk tekst is een gedenksteen bij de kerk van Store Magleby. Deze leest: Anno 1731 is dese kerck omgebouwet up vnse egen bekostning. Dit selve Jahr als den 6 Juny is köning Christian de 6 Gekroont. Hoewel het buurdorp Dragør niet van origine bewoond werd door Nederlanders, heeft de aanwezigheid van Nederlanders in de omgeving ook hier gezorgd voor kleine invloeden. Het lokale dialect Dragørmål kent tegenwoordig nog steeds het woord ‘muske’, wat afgeleid is van het Nederlandse woord mus(ch).

De eeuwen daarna brachten enkele veranderingen naar Store Magleby. Zo werd het dorp in 1658 in brand gestoken door de Zweden in verband met de Deens-Zweedse oorlogen. Veel inwoners begroeven hun geld en vluchtten naar de stad. Enkele munten zijn teruggevonden en nu onderdeel van de collectie van het Amagermuseum. Een andere verandering vond plaats in 1683, toen de Nederlanders besloten de Deense wetten te volgen. In 1809 volgde er, tot overmaat van ramp, weer een grote brand in Store Magleby. Dit keer gingen dertig boerderijen en zestien huizen in vlammen op, waarbij twaalf mensen het leven lieten.

Amager klederdracht

Hoewel veel Nederlandse geschiedenis in de regio in rook is opgegaan, is er een tastbare Nederlandse herinnering die nog steeds voortleeft op Amager: de klederdracht! In Denemarken zijn er slechts enkele regio’s waar vergelijkbare traditionele kledij wordt gedragen, zoals Fanø en de Faeröer. Het is daarmee een stuk minder gebruikelijk dan bij de noorderburen in Noorwegen, die op 17 mei met liefde zichzelf in authentieke kleding steken. De klederdracht van Amager heeft een herkenbaar Nederlands silhouet en volgt enkele gebruiken die nog steeds voortleven in Nederlandse regio’s. Zo geeft het kleurgebruik bij vrouwen (en overigens ook mannen) aan in welke fase van hun leven de drager zich bevindt. Ook zijn er verschillende kleurcombinaties voor verschillende vormen van rouw, variërend van zwart met enkele witte details voor langdurige rouw en zwart met wit, groen en blauw voor kleine rouw.

Beeld: Gilles Tijmes

Lokaal waren er opvallende verschillen tussen de dorpen. In Store Magleby was vooral de stijl van zijden sjaaltjes uit Barcelona populair. Deze sjaals waren kleurrijk en uitbundig versierd met bloemborduursels en werden populair in de 18e eeuw. Het iets noordelijk gelegen Tårnby was daarin het tegenovergestelde, vrouwen uit dit dorp droegen donkerblauwe sjaaltjes zonder borduursels. Wel hadden de vrouwen allemaal één factor gemeen: ze waren relatief welvarend en lieten dat graag zien. Opvallende sieraden waren populair en ook de kinderen werden in kleurrijke kleding gestoken. De typische klederdracht maakte de vrouwen in het oog springende gasten op de de markt in Kopenhagen.

Spoorzoeken in tegenwoordige tijd

Vanwege de branden zijn er geen tekenen meer over van de Nederlandse aankomst op Amager, waardoor de kerk van Store Magleby behoort tot een van de weinige nog bestaande sporen van de Nederlandse kolonie. Toch leeft de geschiedenis nog steeds voort. In de jaren ’70 stamde nog een vierde van de bewoners van Amager af van Nederlandse immigranten. Met de groei van de Deense hoofdstad richting Amager is dit wel minder geworden, maar inwoners van de gemeenten Tårnby en Dragør zijn nog steeds relatief honkvast. Het is dan ook geen verbazing, dat tijdens een bezoek aan de kerk van Store Magleby, de omliggende begraafplaats zowel nieuwe als oude grafstenen bevat met Nederlandse achternamen.

De best bewaarde plek van de Nederlandse invloed op Amager, is het museum van Amager. Ter ere van 500 jaar Nederlanders op Amager heeft het museum in een oude boerderij een tentoonstelling gemaakt waarin de geschiedenis in een notendop wordt verteld. De weinige dingen die de branden hebben overleefd, zoals de lokale ‘staatskas’, worden hier tentoongesteld. Een bezoek aan dit museum geeft één ding aan: voor de regio zijn Nederland en Denemarken nog steeds onlosmakelijk verbonden – zelfs al is het tegenwoordig vooral via speldjes in de souvenirshop van een Nederlandse en Deense vlag.

Geschreven door