Boudie Bierma: Een leven lang leren

In korte tijd heeft Boudie een plekje veroverd in niet alleen de harten van de huidige studenten Scandinavistiek, maar ook van menig medewerker van de UvA. De lange Friezin is een kwieke aanwezigheid in het P.C. Hoofthuis en velen zullen haar daardoor vergeven dat ze met de snelheid van een Ferrari kan overschakelen naar de karakteristieke Deense keelklanken. Nadat we vorige editie met Henk van der Liet spraken over zijn vertrek, is het nu de tijd om de vrouw aan de tand te voelen die als laatste is aangeschoven.
Beeld: Inzending

Gezien Deens vele jaren in de minderheid was (en nog steeds is) op de opleiding Scandinavi-
stiek, is de eerste vraag vrij duidelijk. Waarom is Boudie destijds Deens gaan studeren?

“Mijn keuze om Deens te doen kwam in het jaar dat ik zakte op het vwo. Het jaar daarvoor was ik aangenomen op de ALO en ik wilde eigenlijk dus gymdocent worden. Maar er was destijds een enorme werkloosheid bij gymdocenten, dus toen dacht ik: ‘Wat nou als ik een taal ga studeren?’ Daar lag ook altijd mijn voorkeur en dan kon ik alsnog sporten in mijn vrije tijd. Samen met een vriendin ging ik naar een open dag. Frans had mijn voorkeur, maar mijn vriendin wilde graag bij Zweeds kijken. Toen ik daar liep, dacht ik: ‘Nou, misschien voel ik me toch wel beter thuis in Scandinavië en vooral in Denemarken.’ Dus verhuisde ik naar Groningen en begon ik daar met mijn studie. Ik was een heel sportief type en totaal niet een doorsnee student Scandinavistiek, vond ik. Dat waren hele stille, aardige meisjes en ik was altijd nogal vol bravoure en ‘Kom maar op!’ en ‘We gaan de stad op stelten zetten!’”

Over haar studietijd vult ze aan: “Toen ik student was, was ik nog vol aan het ontwikkelen. Ik was mezelf aan het ontdekken, aan het feestvieren, bezig met en de liefde en weet ik wat allemaal. De focus lag op dansen, volleyballen en de studie was bijzaak en zo heb ik school eigenlijk altijd gezien. Nu zit ik aan de andere kant en zie ik hoe de programma’s in elkaar zitten en vind ik dat de UvA een hele mooie opleiding aanbiedt, wat in heel weinig tijd toch aan alle vlakken raakt. Ik vind het een mooie groep mensen met wie ik samenwerk met allen veel kennis. Nu ik aan die kant sta, kan ik van bovenaf kijken.”

Driemaal is scheepsrecht

De combinatie van sport en Scandinavië werd uiteindelijk de rode draad in Boudie’s studie. Ze begon met volleybal in Friesland en sloot zich aan bij de studentenvereniging in Groningen, maar haar ambitie was om in Denemarken echt op hoog niveau te gaan spelen.

“Daar heb ik echt snoeihard getraind. Ik speelde bij de landskampioen, Fortuna uit Odense, waarmee ik het hele land door ben geweest en Europa Cup heb gespeeld. De vriendinnen van de volleybal daar… Ja, dat werd mijn familie hè? Zij hebben mij het Deens geleerd. Ik sprak allerlei soorten Deens door elkaar, omdat het een ploeg was met mensen uit het hele land. We moesten vaak voor wedstrijden een heel stuk reizen, waardoor je elkaar goed leert kennen. Zij hebben mij ook alle Deense gebruiken geleerd en ik werd met kerst bij hen thuis uitgenodigd. Je komt niet zo makkelijk bij Denen binnen, maar door het volleyballen hadden we iets gemeenschappelijks. Ik was eigenlijk de gekke Hollander, maar ik werd geaccepteerd.”

Daar stuitte ze echter op een probleem, want naast dat ze haar scriptie wilde afronden in Denemarken, was het ook het doel om een keer eerste te worden met Fortuna. Dat ging alleen niet helemaal zoals gepland…

“Tja, toen het eerste jaar die scriptie nog niet af was en we tweede werden, ben ik dus nog een jaar gebleven. Je raadt het al, toen werden we weer tweede, maar in de tussentijd was mijn scriptie wel af. Toen ben ik nog een jaar gebleven omdat ik eerste wilde worden. Ik was toen geen student meer en moest dus voor een verblijfsvergunning zorgen. Toen ben ik Deens gaan geven op een soort MTS. Daar gaf ik dan les aan van die jonge jongens. Nou, die waren natuurlijk helemaal wild, want ik stond wel eens in de krant en ik was sportief. Zo is eigenlijk ook mijn liefde voor dat lesgeven begonnen. Kom maar door met 25 man, ik red me wel.”

Docent Deens

En dus zorgde indirect de liefde voor sport ervoor dat Boudie op de huidige koers van haar leven terechtkwam.

“Vanaf het moment dat ik klaar was in Groningen, heb ik altijd Deens les gegeven voor de Scandinavische Vereniging Fryslân en ik heb altijd privéles gegeven aan liefhebbers, boeren die gingen emigreren en familie van deze boeren die nog Deens wilden leren. Een eerste kind dat geëmigreerd is, praat nog de eigen taal. Maar de tweede en het derde kind, gaan de taal van het land spreken en dus Deens spreken. Dan kunnen ze niet meer met met opa en oma praten. Ik had dus veel opa’s en oma’s op les die graag de taal wilden leren. Zeven jaar geleden kwam er een vacature voorbij van de UvA toen de docent overleed voor Receptief. Toen heb ik een jaar op de UvA gewerkt. Anderhalf jaar geleden kwam de vacature van docent taalbeheersing, en die baan heb ik altijd in mijn achterhoofd gehad. Als er iets is wat ik wilde, dan was het wel de baan taalbeheersing. En dat bevalt super! De omgang met studenten is heel mooi. Het fijne aan kleine groepen is dat je de mens achter de student ziet. Ik kan differentiëren en het tempo ligt hoog. Die uitdaging vind ik prachtig!”

Of er verschil is met het mbo, waar ze voor de UvA les gaf? “Jongeren zijn jongeren, maar studenten zitten hier met de boeken klaar. Op het MBO moet je zo vaak creatief zijn en inventief en op het moment reageren, omdat er altijd wel iets gebeurt. Dat zorgt ervoor dat je heel veel ervaring krijgt in lesgeven. Wat moet er op dit moment gebeuren? En dat kan ik nu allemaal toepassen. Zelf voelt het vooral als oogsten van alles wat ik heb geleerd.”

“De sociale linguïstiek en dialectiek, de cultuur- en taalkundige kant, was echt mijn ding. Ik heb niet zoveel met vertaalkunde, ik denk omdat ik te veel talen spreek om er eentje goed te doen. Er gaan altijd van allerlei talen in mijn lijf rond, misschien omdat ik meertalig ben opgevoed. Ik denk een beetje als een wiskundige als het om taal gaat en ik heb allerlei systemen. Geef mij een model en ik bouw er een taal van. Ik lees wel heel veel, maar daar gaat het voor mij altijd om mooie zinnen. Over het verwoorden van gevoelens en situaties en momenten dat je met tranen in je ogen zit dankzij bepaalde woorden. Daarom houd ik van taal, omdat het de essentie zo kan raken. Taal maakt verbinding.”

Maar als docent taalbeheersing Deens houdt het niet op bij de Deense grenzen. Naast taalbeheersing geeft Boudie ook Scandinavian en Receptief Deens. Hoe gaat ze daar mee om?
“Ik doe er wel weer meer aan om mijn Zweeds en Noors beter te krijgen, dus ik luister wel naar podcasts in de beide talen. Destijds in Groningen heb ik de talen ook wel geleerd, maar het is fijn om ze weer vaker te horen. Ik ben tegenwoordig toch vooral voornamelijk met het Deens bezig. Het maakt dat ik ook weer bijleer op allerlei vlakken. Ik vind dat fantastisch. Ik geef ook Scandinavian en daar komt ook een hap van de geschiedenis voorbij. Het is toch uiteindelijk een leven lang leren.”

Geschreven door