Stop 1: Italië
“Lasciate ogne speranza, voi ch’intrate.” (Inf. III 9). Laat alle hoop varen gij die hier binnentreedt. Deze woorden stonden boven de poorten van de hel, en zo begon Dante aan zijn spirituele reis. De sfeer zat er gelijk lekker in, maar wij zullen wat gemoedelijker aan onze reis beginnen. In de late middeleeuwen en in de stad Florence om precies te zijn. De thuisbasis van de dichter en de grondlegger van de Italiaanse taal zoals wij die nu kennen: Dante Alighieri (1265-1321). Tegenwoordig is hij zo bekend dat het grote publiek hem ook wel kent bij alleen zijn voornaam: Dante. Net zoals bij Cher of Madonna. In tegenstelling tot deze twee popiconen zingt hij niet, hij heeft juist het literair meesterwerk La Divina Commedia geschreven. Het is een allegorisch epos dat bestaat uit drie cantiche: Hel (Inferno), Louteringsberg (Purgatorio) en Hemel (Paradiso). Deze delen bestaan weer uit Canti: redelijk lange narratieve gedichten die geschreven zijn in Terza Rima, een dichtvorm die bestaat uit terzinen met rijmschema: aba, bcb, cdc, etc. Het woord Canti betekent eigenlijk liederen. Dus wellicht hebben Dante, Cher en Madonna meer met elkaar gemeen dan wij denken, maar dat terzijde. La Divina Commedia gaat dus over de spirituele reis die Dante aflegt door het hiernamaals. Het werk geeft een diepgaande reflectie op de menselijke conditie en goddelijke verlichting en zit boordevol met theologische, mythologische, kosmische, symbolische en filosofische elementen.
Dante begint in het bloedgezellige Inferno, de plek waar alle zonderaars zitten en gemarteld worden. De hel bestaat uit negen cirkels, elke cirkel staat voor een specifieke zonde. Helemaal onderaan zit Satan. In het laatste canto gaat Dante even bij hem op bezoek, maar dan gaat hij snel uit de hel, “a riveder le stelle” (Inf. XXXIV 139), en zodoende eindigen we in Purgatorio. Op deze plek ondergaan de zielen zuivering voor hun zondes voordat ze de hemel kunnen binnentreden. De klim op de louteringsberg omvat ontmoetingen met berouwvolle zielen, Dante neemt deze tocht echter niet helemaal alleen af. In zowel Inferno als Purgatorio wordt hij vergezelt en begeleidt door Vergilius, een grootse dichter wiens werk Dante enorm bewondert. In Paradiso wordt Dante begeleidt door Beatrice, een vrouw die hij maar twee keer in het echt heeft gezien, maar van wie hij op slag gecharmeerd was. Sindsdien is zij Dantes muze. De schoonheid van Beatrice is bijna betoverend voor Dante, het volgende schrijft hij over haar (Par. XVII 13-15):
Tanto poss’io di quel punto ridire,
che, rimirando lei, lo mio affetto
libero fu da ogne altro disire,
Ik herinner mij slechts dit van dat moment,
Terwijl ik naar haar staarde, mijn ziel
bevrijd werd van elk ander verlangen,
En zo reizen ze samen door de sferen van de hemel. Elke sfeer staat voor een deugd en wordt bewoond door gezegende zielen. Bij het hoogste punt komt Dante terecht bij God.
Hopelijk is niet iedereen al afgehaakt na deze pelgrimstocht door deze drie rijken, want we gaan nu ook steeds hoger reizen. Van de middeleeuwen in het zuidelijke Italië, naar het hoge Noorden in de 20ste eeuw. Even een fika doen bij Edith Södergran, een Finland-Zweedse dichter.
Stop 2: Finland
Edith Södergran (1892-1923) is geboren in Sint-Petersburg, ging naar een Duitstalige school en ze is gestorven in Raivola, wat toentertijd bij Finland hoorde. Ze kon verschillende talen en was een belangrijke invloed op vooral de moderne literatuur in het Noorden. Södergran schreef haar gedichten voornamelijk in het Zweeds, ondanks haar meertaligheid. Haar poëzie is innovatief en gedurfd en bevat onregelmatige niet-rijmende verzen. Hiermee wordt zij gezien als één van de eerste dichters van de literaire stroming modernisme in Scandinavië. In de tijd van Södergran was het schrijversvak eigenlijk een beroep dat door mannen werd gedomineerd. De meeste van haar gedichten bevatten thema’s zoals natuur, liefde, en isolatie. In haar eerste dichtbundel Dikter (1916) verkent Södergran onderwerpen zoals vrouwelijkheid, seksualiteit en existentialisme. Haar gedicht genaamd Vierge Moderne begint met het gewaagde statement: “Jag är ingen kvinna. Jag är ett neutrum.” of wel: “Ik ben geen vrouw. Ik ben een neutrum.” Bovendien staat in dezelfde dichtbundel het gedicht ‘Dagen Svalnar…’ dat in essentie gaat over een intieme gepassioneerde avond waarna de liefde al gauw verwelkt en leidt tot verlies van vrouwelijke vrijheid. Het gedicht eindigt met de strofe:
Du sökte en blomma
och fann en frukt.
Du sökte en källa
och fann ett hav.
Du sökte en kvinna
och fann en själ –
du är besviken.
Jij zocht een bloem
en vond een vrucht.
Jij zocht een bron
en vond een oceaan.
Jij zocht een vrouw
en vond een ziel –
jij bent teleurgesteld.
Hierin spreekt Södergran in feite het traditionele beeld van de vrouw tegen. Een vrouw is veel meer, veel diepgaander en veel complexer dan wat men ziet aan de buitenkant. De verwachting die men heeft klopt dus niet en dat resulteert in teleurstelling. Er wordt een ander beeld van een vrouw geschetst dan Dantes Beatrice. En toch is er wel degelijk een gelijkenis te vinden tussen het werk van Dante en Södergran. In haar latere werk Rosenaltaret (1919) maakt zij meer gebruik van haar kosmische fantasie, iets wat overeenkomt met de thematiek van Dante. Het gedicht‘Till fots fick jag gå genom solsystemen’ is hiervan een voorbeeld:
Till fots
fick jag gå genom solsystemen,
innan jag fann den första tråden av min röda dräkt.
Jag anar re’n mig själv.
Någonstädes i rymden hänger mitt hjärta,
gnistor strömma ifrån det, skakande luften
till andra måttlösa hjärtan.
Te voet
moest ik lopen door de zonnestelsels,
voordat ik de eerste draad vond van mijn rode jurk.
Ik voel reeds mijzelf.
Ergens in de ruimte hangt mijn hart,
vonken vliegen ervanaf, schudden de lucht
naar andere roekeloze harten.
Sommigen zouden de vergelijking tussen Dante en Södergran een beetje vergezocht vinden. Wereldliteratuur zoals La Divina Commedia staat om bekend om de universaliteit van de thema’s, dus je zou kunnen zeggen dat je altijd wel een overeenkomst kan vinden, als je lang genoeg zoekt. Ook al heeft Södergrans werk niet dezelfde grootschalige erkenning als Dante, toont het feit dat je zeker wel een paar gedichten kunt vinden die je aanspreken en kunnen raken, wel degelijk aan dat haar werk werelds is.
Goed, ik kan een tijdje zo door blijven gaan maar we moeten verder. We blijven nog wel rondhangen in de 20ste eeuw, maar we gaan wel de Atlantische oceaan over om bij Sylvia Plath te komen. En nee dat doen we niet till fots, zoals Edith Södergran zou doen.
Stop 3: Amerika
Sylvia Plath (1932-1963) is een Amerikaans schrijver wiens werk ik zo bewonder dat ze eigenlijk een soort persoonlijke Vergilius voor mij is. Haar vader kwam oorspronkelijk uit Duitsland. Plath zelf was altijd gefascineerd door de Duitse taal, echter heeft ze nooit de taal geleerd. Ze is uiteindelijk verhuisd naar Engeland, want haar man Ted Hughes, tevens een bekende dichter, kwam daar vandaan. Haar werk komt wat betreft stijl best overeen met het werk van Södergran: beide zijn behoorlijk introspectief, ze gebruiken allebei krachtige symboliek en ze pakken allebei de maatschappelijke verwachtingen van de vrouw aan. Daarbij heeft het eerdere werk van Plath een modernistische slag, maar officieel hoort het bij de stroming confessionele poëzie, een stroming waarbij dichters intieme ervaringen, emoties en innerlijke conflicten blootleggen.
In haar latere gedichten zijn die aspecten degelijk terug te zien. Veel van haar teksten zijn gevuld met beelden van marteling, oorlog, wraak en woede, maar ook wedergeboorte en voorspoed. Volgens Hughes was haar bekendste dichtbundel Ariel (1965) een soort Inferno, Purgatorio en Paradiso in één. Soms hebben de gedichten dan wel dezelfde structuur als die van Dante, echter gebruikt Plath vaak, net zoals Södergran, onregelmatige rijm of gewoon geen rijm. Het gedicht Lady Lazarus gaat over de dood van een vrouw die later weer zal herrijzen en het bevat alleen maar terzinen. In de slotstrofe staat:
Out of the ash
I rise with my red hair
And I eat men like air.
In deze enkele zinnen komen de thema’s transformatie en verlossing goed naar voren, iets wat bijna omschreven kan worden als Dantesco. Wat er echter het meest uitspringt is de laatste regel. De spreker neemt in het gedicht, nadat ze is herrezen uit de as, direct wraak op mannen. De rollen zijn nu ineens omgedraaid, de vrouwelijke spreker is krachtiger dan ooit en niet passief of onderdanig. Een tegenstelling van het traditionele beeld van vrouwen dat de maatschappij wel vaker had. Een element dat gezien kan worden als lichtelijk Södergransk. Een ander gedicht genaamd ‘Fever 103°’ begint ook met een vraag waarmee vrouwen generatieslang mee worstelen: “Pute, what does it mean?”. Het volgt de koortsachtige gedachtegang van de vrouwelijke spreker en bevat een combinatie van helse en hemelse beeldspraak. Zelf heeft Plath een keer gezegd dat dit gedicht twee soorten vuur omvat, het vuur van de hel dat slechts kwelt, en het vuur van de hemel dat zuivert. Volgens haar heeft Dante duidelijk invloed gehad, maar in plaats van een spirituele reis, gaat dit over een reis van een moderne vrouw. Of eerder: een reis van een Vierge Moderne, om nog even in de woordelijke wereld van Södergran te blijven.
Hier eindigt onze reis, we hebben onze eindbestemming bereikt. We zijn van het Zuiden van Europa naar het hoge Noorden gegaan om vervolgens een trans-Atlantische sprong te maken. We hebben ook een paar eeuwen over kunnen slaan, maar goed, tijd en ruimte zijn slechts medereizigers bij deze ontdekkingsreis door het literatuurlandschap. Het maakt niet uit waar de literatuur vandaan komt, uit welk tijdperk het is of in welke taal het is geschreven. Er zijn altijd wel aanknopingspunten als je lang genoeg zoekt. Wellicht is de verbinding vinden het allerbelangrijkst, en niet alleen op literair vlak.
Dit artikel is geschreven door Flore Nolet, student Italiaanse taal en cultuur aan de Universiteit van Utrecht. Flore heeft vorig jaar de minor Zweeds aan de Universiteit van Amsterdam gevolgd, en schrijft ook voor het verenigingsblad van U.S.V.I. Etna, de Utrechtse Studievereniging Italiaans.