De Moemins: Van tekening tot televisie

In Finland kun je er niet omheen: de Moemins. Je ziet ze op mokken, chocolade, frisdrank en nog veel meer. Toen Tove Jansson in 1945 het eerste Moemin-boek publiceerde, had ze niet kunnen weten hoe groot de impact van deze witte nijlpaard-achtige familie zou zijn. De familie en hun vriendjes hebben de harten van vele kinderen (en volwassen kinderen) veroverd. In 2019 werd een nieuwe serie gelanceerd: Moominvalley. Deze moderne versie van de avonturen van de Moemins, compleet geanimeerd met CGI, werd een ongelooflijk succes en heeft laten zien dat de Moemins waarschijnlijk nog lang een belangrijke plek zullen hebben in de Finse canon. Inmiddels worden de Moemins bijna 80 en dat is reden voor een feestje! Hier volgt een terugblik op hun geschiedenis.

Beeld: Rick van Staten, naar origineel van Tove Jansson

De schrijfster Tove Marika Jansson wordt in 1914 geboren in Helsinki, Finland bij een Zweedstalig gezin. Haar familie is artistiek; haar vader is beeldhouwer en haar moeder is grafisch ontwerpster en illustrator. Zo ontdekt Tove al snel haar passie voor kunst. Van 1930 tot 1938 studeert ze aan de kunstacademies van Stockholm, Helsinki en Parijs. De schilderkunst is haar eerste echte passie. In 1943 publiceert ze in het tijdschrift Garm de eerste tekening die op een Moemin lijkt. In deze tekening heeft een Moemin nog een langere, dunnere snuit, en wordt ‘snork’ genoemd, een term die later in de boeken terugkomt bij de personages Snork en het Snorkmeisje. De Moemins zijn overigens de diersoort, Moem is de hoofdpersoon uit de serie. Respectievelijk worden ze the Moomins en Moomin genoemd in het Engels, maar om verwarring te voorkomen gebruik ik de Nederlandse benamingen.

Het eerste Moeminboek Småtrollen och den stora översvämningen (De grote overstroming) wordt in 1945 gepubliceerd tijdens de laatste paar maanden van de Tweede Wereldoorlog. In deze zware tijd vindt Tove een uitvlucht in de wereld van de Moeminvallei, de idyllische woonplaats van de Moemins en hun vriendjes. De Moeminvallei is geïnspireerd door het eiland Blidö waar Tove vroeger haar zomers doorbracht. In Småtrollen och den stora översvämningen gaan Moem en Moeminmama op zoek naar Moeminpapa die op avontuur is. In dit boek ontmoeten ze Snif, een kangoeroe-achtig beest dat bij de Moemins komt wonen. Uiteindelijk vinden ze Moeminpapa terug en creëren ze een thuis in de Moeminvallei. In 1946 publiceert Tove Jansson Kometen kommer (De komeet komt eraan), het tweede boek in de serie. Dit boek wordt door veel lezers beschouwd als het eerste ‘echte’ Moeminboek, omdat in dit boek veel belangrijke karakters voor het eerst voorkomen. Dit zijn onder andere Snuisterik, het Snorkmeisje en meneer Hemulen. Dat zijn respectievelijk de beste vriend, een vriendinnetje en de buurman van Moem. In de latere boeken komt ook Kleine Mie bij de groep: een klein, koppig meisje met een heel grote mond.

In 1954 komt alles in een stroomversnelling. London’s The Evening News, destijds ’s werelds grootste krant, begint met het drukken van een stripverhaal over de Moemins. Dit blijven ze tot 1974 doen. De broer van Tove, Lars Jansson, helpt hierbij met tekenen. Ook komen in 1954 de eerste Moeminproducten op de markt. In 1959 wordt in Duitsland de eerste tv-serie met de Moemins uitgezonden, dat op dat moment nog een poppenspel is. In 1969 wordt in Japan de eerste animatieserie met de Moemins uitgezonden.

In 1970 komt het laatste Moeminboek Sent i november (Laat in November) uit. Tove besluit te stoppen met het schrijven van kinderboeken en zich op de volwassenenliteratuur te focussen. In de loop van de jaren zeventig begint het daarom wat stiller te worden in de Moeminwereld. In 1974 is ‘The Moomin Opera’ te zien in Helsinki en in 1977 en 1980 komen nog twee prentenboeken uit. Tijdens de rest van de jaren tachtig is het helemaal stil. Op de opening van een Moemintentoonstelling in het Tampere Art Museum in 1987 na gebeurt er niets in de Moeminwereld. De avonturen van de familie en hun vriendjes lijken voorgoed afgelopen.

Dit verandert allemaal op 12 april 1990, wanneer de eerste aflevering van de bekendste Moemin-animatieserie, gewoonweg Moomin genoemd, op televisie uitgezonden wordt. Deze televisieserie is een Nederlands-Japanse productie en wordt geproduceerd door het Nederlandse bedrijf Telecable Benelux B.V., tevens de makers van tv-series als Nijntje en Alfred J. Kwak. Zo krijgt de serie een Nederlands tintje. De animatie wordt verzorgd door het Japanse bedrijf Telescreen. Het programma wordt in 60 landen uitgezonden, vaak op grote zenders als de BBC of Cartoon Network.

De producent Dennis Livson begint in 1981 al met het smeken bij Tove en Lars Jansson om de rechten voor een tv-serie. Als zij zien hoe Livson Alfred J. Kwak heeft geproduceerd, besluiten ze hem in 1988 de rechten te verlenen.

In 1989 begint de productie van het programma, waar Tove en Lars ook aan bijdragen door een aantal veranderingen in het scenario aan te brengen. Toen Tove moest beslissen of het programma de zender op mocht, zei ze slechts: “Dom lever ju!”¹. De serie wordt van 1990 tot 1992 uitgezonden, en daarna nog vele jaren herhaald. Voor veel Nederlanders, onder wie mijzelf, is deze serie de eerste kennismaking met de Moemins.

De serie blaast de Moemins nieuw leven in en luidt het begin van een fenomeen in dat de Muumibuumi (Moomin Boom) genoemd wordt. De boeken waren tot dan toe populair in Finland, Zweden en de Baltische staten, maar nu worden de Moemins in andere landen ook populair. Vooral in Japan worden de Moemins heel bekend. Als op 17 januari 1991 de Golfoorlog uitbreekt schakelen alle zenders in Japan over naar het nieuws, behalve TV Tokyo, dat gewoon de Moemins uit blijft zenden. Ook besluit Finnair de vliegtuigen die naar Japan vlogen te decoreren met Moemin-schilderingen. De jaren negentig betekenen ook het begin van de grote Moemin merchandise-industrie: er komen nieuwe stripboeken, mokken, t-shirts, knuffels, plastic figuurtjes en voedingswaren met Moemin-thema. Daarnaast worden er een film en verschillende videogames gemaakt die gebaseerd zijn op de serie. Vanwege de populariteit besluit producent Livson in 1993 het pretpark ‘Moominworld’ te openen in Naantali, Finland.

Wanneer Tove Jansson in 2001 overlijdt, gaat de regie over het Moemin-merk naar haar nichtje. Om controle te houden over het merk worden verschillende aanbiedingen van Disney afgeslagen. In het decennium na 2000 wordt vooral voortgebouwd op het succes van de Muumibuumi en verschijnt er weinig nieuw werk. In 2017 wordt in Tampere, Finland het Moemin-museum geopend. In 2019 opent in Japan een eigen versie van ‘Moominworld’. Daarnaast verschijnt in 2019 de nieuwe serie Moominvalley.

Deze nieuwe serie wordt volledig gemaakt met CGI-animatie en haalt de Moemins naar de 21e eeuw. De eerste aflevering van de serie wordt in Finland live door ongeveer 600.000 kijkers bekeken (op een bevolking van 5 miljoen is dat 12%). Daarnaast is deze aflevering het meest bekeken tv-programma ooit op de streamingdienst van de Finse publieke omroep ‘Yle Areena’. Er is echter wel kritiek op de serie van mensen die vinden dat de serie lelijk geworden is en dat de nieuwe stemacteurs niet goed zijn. Maar omdat in 2024 alweer het vierde seizoen van de serie uitgezonden gaat worden, kan gesteld worden dat de Moemins er zijn om te blijven. Hun populariteit lijkt niet af te zwakken en de personages hebben een belangrijke plek in de Finse culturele geschiedenis gekregen. Dus zelfs als Moem, Moeminmama en Moeminpapa in de toekomst misschien weer in een winterslaap terechtkomen, zullen ze altijd worden herinnerd als een belangrijk symbool voor Finland.

Tip: Op het YouTube kanaal ‘Moomin Official’ kun je gratis 55 Engelstalige afleveringen van de serie uit 1990-1992 bekijken.

¹ Ze leven!

Geschreven door