Het is 31 oktober: het is een regenachtige maandagochtend waarop ik mijn laptop aanzet vanaf mijn tijdelijke verblijfplaats in Aarhus. Vandaag heb ik een gesprek met Paulette van der Voet, een oud-studente Scandinavië studies die sinds 2020 in Umeå bezig is met een PhD in taaldidactiek. Na een korte introductie kom ik al snel ter zake over de reden waarom ik Paulette graag wil interviewen voor de eerstvolgende editie van Noorderlicht. Colleges van docenten als Irene Zwiep, Suze van der Poll en Bart Wallet hebben namelijk een nieuw maar uitdagend idee in mijn hoofd gepland: het nastreven van een carrière in de academische wereld. Maar hoe wordt men een academicus? Waar moet je beginnen? Hoe komt men überhaupt terecht bij een PhD? Als ik mij naar mijn medestudenten wend worden mijn vragende ogen door precies dezelfde vragende ogen beantwoord en besluit ik maar eens op zoek te gaan naar iemand die verstand van zake heeft.
Wat leuk dat je aan dit interview wilt meedoen. Zou je kunnen beginnen met iets te vertellen over wat je gedaan hebt nadat je de bachelor Scandinavië studies hebt afgerond?
Als eerste heb ik de eenjarige master meertaligheid gedaan aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens deze master deed ik een onderzoeksstage bij de Arctische Universiteit in Tromsø waar ik in aanraking kwam met zowel onderzoek als minderheidstalen als het Samisch. Voornamelijk het onderzoek doen naar curricula en taalbeleid vond ik erg interessant en ik besloot dat ik hier mee verder wilde. Ik had echter het gevoel dat ik nog geen goede basis had om meteen al te beginnen aan een PhD. Om die reden besloot ik een tweede master Indigenous Studies te gaan doen aan de Universiteit van Tromsø. Vervolgens ben ik in 2020 begonnen met mijn PhD in taaldidactiek.
Wanneer dacht je voor het eerst na over een academische carrière?
Ik had nog nooit nagedacht over het doen van een PhD. Ik had hele andere plannen voor
na mijn master. In de eerste instantie dacht ik aan iets met vertalen bij een uitgeverij. Pas rond het einde van mijn stage in Tromsø kwam het idee van een PhD ter sprake. Rond het einde van mijn stage had ik namelijk een evaluatiegesprek met mijn stagebegeleider met wie ik het had over mijn plannen voor na mijn master. Zij stelde als eerste de vraag: “Heb je er wel eens over nagedacht om een PhD te gaan doen?” – en nee, dat had ik niet. Ik ben een eerstegeneratiestudent, wat betekent dat niemand in mijn familie gestudeerd heeft en deze wereld mij vreemd was. Promoveren, dat is iets wat andere mensen doen. Ik heb mij nooit gerealiseerd dat ik dit ook zou kunnen doen. Waarom heb je ervoor gekozen om je te specialiseren in taalkunde? Dit was eigenlijk heel toevallig. Tijdens mijn bachelor heb ik mij meer gericht op literatuurwetenschap en genderstudies. Ik was van plan om na mijn bachelor een master genderstudies te gaan doen, maar tijdens de zomer voordat ik zou beginnen had ik plotseling het gevoel dat deze master toch niets voor mij was. Daardoor heb ik drie weken voordat het studiejaar begon een andere master gekozen en ben ik taalwetenschap gaan doen.
Heb je tijdens je bachelor al stappen gezet ter voorbereiding op een PhD?
Nee, totaal niet dus. Op zich hadden andere bachelors als betere voorbereiding kunnen
dienen op de PhD die ik momenteel doe, maar tegelijkertijd ben ik door Scandinavistiek te
studeren gekomen waar ik nu ben. Ik spreek de taal, ik heb veel geleerd over de cultuur en
daardoor begrijp ik ook mijn onderzoek beter. Bovendien ben ik door deze studie geïnteresseerd geraakt in het Samisch. Zonder Scandinavistiek zou ik niet kunnen doen wat ik nu doe.
Wat had je tijdens je bachelor alvast willen weten over het doen van een PhD?
Ik had graag willen weten dat het systeem van een PhD erg verschilt per land. Zo is het in Nederland bijvoorbeeld heel erg moeilijk om een PhD en financiering voor onderzoek te krijgen, terwijl deze dingen in Scandinavië veel beter geregeld zijn. Ook is bijvoorbeeld het aanbod aan PhDs in Scandinavië veel groter en zijn het volledig betaalde banen.
Aangezien we het hebben over voorbereiding, zijn er bepaalde dingen die je tijdens je bachelor al zou kunnen doen om je voor te bereiden op een PhD?
Mijn zusje heeft ook Scandinavië studies gestudeerd en daarnaast deed ze ook Europese studies. Binnen Europese studies werden de studenten al aangemoedigd om bijvoorbeeld als onderzoeksstudent bij een onderzoeksproject te werken. Daardoor heeft zij zich al kunnen voorbereiden tijdens haar bachelor. Ze heeft uiteindelijk geen PhD gedaan, maar voornamelijk kennis die zij tijdens haar onderzoeksmaster heeft opgedaan heeft haar erg geholpen.
Even over die onderzoeksmaster, hoe zit dat precies? Je hebt zowel eenjarige masters als tweejarige onderzoeksmasters. Kan je met beide vervolgens een PhD doen?
Dat zijn één van die dingen die dus heel erg verschillen per land, en wat dus handig is om
te weten. In Noorwegen word je bijvoorbeeld niet toegelaten tot een PhD met een eenjarige
master. De Noren kennen namelijk helemaal geen eenjarige masters. Maar in Zweden hebben ze bijvoorbeeld wel eenjarige masters, deze heten magisters. Mijn collega heeft bijvoorbeeld een eenjarige master gedaan. Ik denk echter wel dat het moeilijker is om toegelaten te worden tot een PhD met een eenjarige master. Je hebt vaak minder ervaring en je masterscriptie is vaak korter of kleiner qua aantal studiepunten, dus dit speelt zeker een rol. Voornamelijk in Nederland waar er zo
weinig plekken zijn voor scandinavisten binnen de universiteiten is dit echt van belang. Ik had mijn eenjarige master gedaan zonder er echt over na te denken. Ik kreeg pas door hoe het werkt met de voorbereiding voor een PhD tijdens mijn master. Hierdoor kon ik die informatie gelukkig wel doorgeven aan mijn zusje die een jaar na mij zou afstuderen. Dit zijn wel allemaal handigheden die goed zijn om te weten. Maar je moet maar net mensen om je heen hebben die je dat vertellen.
Zijn er verder nog belangrijke eisen voor het doen van een PhD?
Het ligt er heel erg aan bij welke universiteit je een PhD wilt doen. Ik heb zelf bij heel veel universiteiten gesolliciteerd en er zijn universiteiten die graag willen dat je al publicaties hebt van onderzoeken die je hebt gedaan tijdens je master. Maar bij de Universiteit van Umeå waar ik nu werk was dit bijvoorbeeld helemaal geen vereiste. Bij deze universiteit beschouwden men het wel als een pluspunt als je al conferenties had bijgewoond tijdens je master, maar dat ligt wederom weer heel
erg aan het systeem van een specifiek land. In Nederland spreekt het niet voor zich dat er financiering beschikbaar is tijdens je master om bijvoorbeeld conferenties bij te wonen.
In Noorwegen kreeg ik bijvoorbeeld wel geld om naar een van de grootste conferenties binnen mijn vakgebied te gaan om mijn onderzoek te presenteren, maar die mogelijkheid moet je wel hebben. Wederom is het een feit dat het hebben van publicaties je 1-0 voor zet. Tijdens het solliciteren voor een PhD in Noorwegen zag ik dan ook dat de mensen die een hogere ranking hadden dan ik wel publicaties hadden.
Welke steun had jij vanuit de UvA willen krijgen tijdens het uitstippelen van je weg binnen de academische wereld?
Ik denk dat ik had gewild dat er gewoon meer over gepraat werd. Bijvoorbeeld over hoe
docenten zelf zijn gepromoveerd en wat voor opties er in Nederland en in het buitenland
zijn om te promoveren. Eigenlijk gewoon antwoorden op vragen als: Wat is het? Hoe werkt
het? Wat moet ik ervoor doen? Dat klinkt heel simpel, maar dat zegt al genoeg over wat er
eigenlijk mist.
Als je de UvA een tip zou mogen geven om studenten beter voor te bereiden op een academische carrière, wat zou dat zijn?
Ik zou de UvA adviseren om meer mee te nemen bij de beroepsmogelijkheden. Ze zouden het explicieter mogen noemen. De universiteit bereidt je voor op een academische carrière, dus impliciet is dit de hele tijd aanwezig tijdens je bachelor. Alles wat je leert tijdens je bachelor, bijvoorbeeld verslagen schrijven en onderzoekjes doen, draagt allemaal bij aan je academische vorming. Maar omdat dit niet expliciet gezegd wordt is dit voor veel studenten, en dan voornamelijk eerstegeneratiestudenten, veel lastiger om te begrijpen en het systeem te doorgronden. Mijn tweede master is dan ook heel anders gelopen omdat ik met het doel van een PhD in mijn achterhoofd zat. Ik ben als onderzoeksassistent bij een onderzoeksproject gaan werken en ik heb meteen vanaf het begin tegen mensen gezegd dat ik na deze master een PhD wilde doen. Dan krijg je van mensen meer tips over welke stappen je moet zetten. Dat ik bepaalde begeleiding heb gemist merkte ik ook toen ik een eigen onderzoeksplan moest schrijven tijdens het solliciteren voor een PhD. Terwijl ik aan het solliciteren was werkte ik bij het centrum voor Sami studies aan de Universiteit van Tromsø. Hier hebben collega’s mijn onderzoeksplan doorgelezen en feedback gegeven, deze feedback kwam van zowel professoren als medestudenten. Als ik hier niet had gewerkt had ik nooit zoveel feedback kunnen krijgen. De UvA zou studenten dus beter kunnen informeren
over wat hen te wachten staat en hoe zij zich hierop kunnen voorbereiden.
En als laatste, wat zou je willen meegeven aan studenten die nadenken over een PhD in de toekomst?
Heb vertrouwen in jezelf, werk er hard voor en doe de dingen die je leuk vindt. Dan komt alles wel goed.