Afscheidsinterview Henk van der Liet

Wie aan de studie Scandinavistiek denkt, ziet automatisch al de karakteristieke snor (geframed met een rond hoornkleurig brilletje) van Henk van der Liet voor zich. Sinds 1998 zette hij zich in als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Vierentwintig jaar later, sprak hij zijn laatste woorden in die functie in de universiteitsaula uit. Ter ere van zijn afscheid reisde Noorderlicht naar het Gelderse Almen om met Henk terug te kijken op zijn academische carrière.
Afbeelding: Gilles Tijmes

Henk’s studiekeuze

Henk van der Liet begon zijn academische carrière als student Scandinavische Taal- en Letterkunde aan de universiteit van Groningen. Maar hoe kwam hij daar terecht?
“Nou, dat was niet zo’n bewuste keuze eigenlijk. Ik was een bèta op school en ik had een merkwaardige middelbare schoolcarrière eigenlijk, want ik ben een typische stapelaar, in de zin dat ik ben begonnen op de mavo.”

Hij voegt daar aan toe: “Mijn vader was technisch, mijn broer is technisch en ik wilde eigenlijk iets heel anders doen. Ik had allerlei plannen en op een gegeven moment zei een leraar tegen mij: ‘Waarom ga je niet iets met Denemarken doen?’ Toen heb ik een boekje gekocht en ben ik met de fiets naar Denemarken gegaan. Op een of andere manier ging bij mij een soort lichtje branden: ik wilde iets doen wat heel weinig mensen deden, waardoor je een soort unieke expertise krijgt en waardoor je altijd nodig was.’ Er zullen altijd mensen nodig zijn in niches, hè. Dus nou, ik dacht: ‘Ik moet een niche hebben.”

Het idee van een niche hebben was niet Henks enige motivatie. “Ik vond het ook wel een leuk idee dat je een land kreeg met een taal en met een cultuur en dat het eigenlijk een soort ontdekkingsreis was van wat daar dan gebeurde. Waarom denken mensen zo? Waarom praten ze zo? Naïeve vragen eigenlijk, bijna kinderlijk. Plus het feit dat ik niet in dienst wilde, dus ik had iets van: ‘Nou, ik moet gewoon zo lang mogelijk studeren. Dan hoef ik voorlopig niet in dienst.’ Maar na een jaar of twee twijfelde ik of ik wel mijn hele leven hier mee bezig wilde zijn. Toen zei mijn hoogleraar destijds: ‘Ga jij maar door, want je hebt er blijkbaar wel kijk op.’ Dat wilde ik wel doen, maar onder de voorwaarde dat ik een jaar in Kopenhagen mocht studeren. Dat was voor mij eigenlijk de push. Want toen dacht ik: Ik kan niet alleen de taal, ik kan niet alleen mensen begrijpen en verstaan, maar er zit veel meer achter. Er gaat een hele wereld schuil die ik eigenlijk nog wil leren kennen.”

Je moet academisch blijven investeren om een specialist te zijn

Henk van der Liet

Henk op de UvA

Wanneer het gesprek zich wendt richting Henks 24 jaar aan de Universiteit van Amsterdam, beginnen zijn ogen te glunderen.

“Het waren fantastische jaren. Het was mijn eerste volledige baan. Ik had altijd in deeltijd gewerkt en ik wilde eigenlijk ook nooit fulltime werken, omdat ik veel tijd wilde besteden aan mijn eigen schrijverij, met name ook mijn publicaties. Ik was ook begonnen met het schrijven voor de Groene Amsterdammer en andere bladen. Dat vond ik eigenlijk ook wel leuk, dus ik zat ook toen weer op de wip van: nou, wat zal ik kiezen? Zal ik fulltime voor de UvA gaan? Wat bleek? Ik kon eigenlijk heel veel dingen naast de UvA blijven doen die ik daarvoor ook al deed.”

En zo begon Henk dus bij de Universiteit van Amsterdam, waar hij ook meerdere taken kreeg.

“Na een paar jaar werd ik ook afdelingsvoorzitter, wat betekende dat ik plotseling 27 hoogleraren moest aansturen. Als ik heel eerlijk ben, was dat ook wel een van de leukste dingen van het werk. Je moet goed zijn voor je medewerkers en voor je studenten. Daar moet je voor opkomen. Maar het heeft geen enkele zin om in die ruimte waar iedereen zit te zeggen: ‘Ik ga voor jullie opkomen.’ Het heeft zin om voor mensen op te komen en een strijd te voeren voor de opleiding op de plekken waar het ertoe doet. Dat zijn meestal de plekken waar jij als medewerker niet bent. Dat is de plek waar het College van Bestuur zit en waar de decanen en overige bestuurders, inclusief de studentbestuurders zitten. Daarom ben ik afdelingsvoorzitter geworden en heb ik best veel geïnvesteerd in de faculteit en de Universiteit van Amsterdam.”

Met Henk zijn positie, kwam het vraagstuk over de staat van Scandinavistiek ook aan bod: “Ik vond dat Scandinavistiek te veel bleef zitten in de traditionele manieren van taal- en letterkunde bekijken. Scandinavistiek is een hele kleine opleiding. In Groningen waren we daar met drie of vier studenten Deens en op een gegeven moment was ik ook de enige. Je merkte toen al dat het een te klein milieu was. Er was te weinig onderlinge discussie en te weinig gisting. Toen ik naar de Universiteit van Amsterdam kwam, was het grotere speelveld iets waar ik naar uitkeek. Ik heb altijd gevonden dat een taal een land is met een volk, met een cultuur, met gewoontes, met manieren van denken. Je kunt het niet alleen hebben over puur taal- en letterkunde. Het gaat erom hoe je dingen met elkaar verbindt. Ik vind dat we nu met Scandinavistiek een hele goede weg zijn ingeslagen: we hebben echt wel een unieke blend gevonden van taal-, cultuur- en letterkunde. En tegelijkertijd is het wel zo dat ik vind dat er wat te weinig aandacht is voor literatuur en voor media. Media, met name film en televisiedrama, zie ik als een verlengstuk van zowel literatuur als toneel als andere media.”

‘Mensen, wake up‘. Als iemand die een Engelse achtergrond heeft in Nederland komt wonen, dan is die voor ons toch ook niet meteen Engeland-specialist?

Henk van der Liet

Academisch advies van Henk

Als scandinavist komt de vraag vaak voorbij: “Wat kun je er nou eigenlijk mee?”. We legden de vraag aan Henk voor, die vervolgens zijn academische visie met gezonde passie uitlegde.

We hebben behoefte aan mensen die redelijk breed zijn opgeleid. Die academisch hun weg kunnen vinden, die met mes en vork kunnen eten zoals ik het graag uitdruk en die een rol kunnen spelen in de internationale wetenschap. Alleen maar zitten pielen in Amsterdam of Tytsjerksteradiel is voor mij een absolute no go. De Deense literatuur en cultuur zijn zo innovatief, dat je eigenlijk niet een paar jaar kunt missen. Je moet academisch blijven investeren – lezen, luisteren, kijken, denken en doen – om een specialist te zijn. Je hebt ook mensen die een oom of een tante in Denemarken of in Zweden hebben, of mensen die geboren zijn in Denemarken, dan komen ze terug en dan zijn ze ineens Scandinavië-specialist. Dan denk ik: ‘Mensen, wake up.’ Als iemand die een Engelse achtergrond heeft in Nederland komt wonen, dan is die voor ons toch ook niet meteen Engeland-specialist?”

Op de vraag of Scandinavië als regio wel zo prikkelend is, gezien de huidige situatie, kwam Henk met een scherp antwoord:

“Als het zo zou zijn dat het belang van het vak aan de universiteit afhangt van of iemand een bom gooit op zoiets, dan zijn we wel heel ver weg. Ja, je kunt zeggen, voor studenten van Slavische Talen en Culturen is het van belang dat er nu oorlog in Oekraïne is. Maar als dat de reden zou zijn om een vak wel of niet aan te bieden, dan vind ik dat ongeveer het slechtste argument. Wat ik een veel mooier argument vind, is bijvoorbeeld dat je zegt: ‘De literatuur van Rusland of de Arabische wereld is zo inspirerend, daar willen we altijd mensen met kennis van zaken voor hebben.’ Daarom is voor mij ook Scandinavië een mooie keuze geweest… Het zijn interessante landen met interessante culturen, met interessante mensen, en een fenomenale internationale positie. Ik heb nooit gezegd dat iets spectaculair moet zijn. Ik heb geen hoge bergen nodig. Ik hoef niet naar de Alpe d’Huez. Geef mij Himmelbjerget in Denemarken van 147 meter, dat vind ik genoeg.”

De toekomst
“Ik heb nu veertig jaar de kar getrokken en ben toe aan andere dingen. Ik ben nu bezig met het schrijven van een boek waar mijn afscheidscollege over ging, dus dat was een soort sneak preview. Het gaat over vagebonden en landlopers in de Scandinavische literatuur. En waarom gaat het daarover? Omdat het buitenbeentjes zijn. Ze wijken af. En, de vraag is dan: waarin wijken ze af? Daar gaat mijn boek over.”

Geschreven door