Een groepje Zweedse mannen zit rond een tafel en luistert aandachtig naar een oudere man in een wit-blauw-geruit bloesje. Sommige mannen maken aantekeningen, anderen nemen zelf het woord. Hoewel de setting doet denken aan een voetbalkantine of kantoorruimte, heeft geen van de mannen het over voetbal of werk. Integendeel, de mannen bespreken de wondere wereld van baby’s, moederkoeken en vader worden.
Met deze scène opent de documentaire Lattepappa’s van filmmaker Joep van Osch uit 2017. De titel van de documentaire slaat terug op het Zweedse woord ‘lattepappa’, wat verwijst naar een Zweedse huisvader die zijn kinderen doordeweeks meeneemt naar het café om daar te genieten van een kop koffie samen met andere vaders. Het woord zegt, ondanks de komische ondertoon, veel over de status van het Zweedse vaderschap: Zweedse vaders nemen hun rol als ouder erg serieus en krijgen daar ook de ruimte voor. Met name dat tweede is van groot belang; in Zweden ontvangen ouders gemiddeld veertien maanden ouderschapsverlof, te verdelen over vader én moeder. Waar vaders in Zweden dus alle tijd hebben voor een kop koffie en een middag met hun kinderen, is de lattepappa in Nederland nog grotendeels ondenkbaar. Hier geldt een vaderschapsverlof van slechts vijf dagen, met een maximale vakantieperiode van vijf weken ter uitbreiding. Zou het vaderschapsverlof zoals dat van de Zweden in Nederland een uitkomst bieden? Met andere woorden: is het tijd voor Nederlandse lattepappa’s?
De voordelen van lattepappa’s
De vraag of we in Nederland ook toe zijn aan vaders die met een buggy bij de Hema een latte macchiato gaan drinken, is aan de ene kant met een simpel ‘ja’ te beantwoorden. Talloze auteurs en wetenschappers wijzen op de positieve gevolgen van het uitgebreide vaderschapsverlof van de Scandinaviërs. Ten eerste zou het leiden tot meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. In Nederland geldt op dit moment dat driekwart van de werkende vrouwen een parttime baan heeft, ten opzichte van één derde in Zweden. Dit gigantische verschil is een direct gevolg van het feit dat Zweedse vaders aanzienlijk langer bij hun pasgeboren kind mogen zijn dan Nederlandse vaders. Omdat Nederlandse moeders worden gedwongen langer verlof op te nemen dan vaders, is de kans groot dat zij vervallen in parttime werk. En parttime werk betekent over het algemeen een lager inkomen, en dus minder financiële zelfstandigheid (iets dat absoluut niet bevorderlijk is voor de emancipatie van vrouwen).
Daarnaast is het in het Nederlandse bedrijfsleven nog altijd de gewoonte eerder een man aan te nemen dan een vrouw, aangezien vrouwen langere tijd wegblijven wanneer zij een kind krijgen. Werknemers zien vrouwen daarom als risicogroep, en mannen als ‘veiligere’ optie. Deze discriminatie van vrouwen in het bedrijfsleven valt in Zweden grotendeels weg: omdat mannen en vrouwen daar ongeveer even lang vrij nemen bij de geboorte van een kind, maakt het voor bedrijven niet meer uit of zij een man of vrouw aannemen.
Ten slotte wijzen verschillende onderzoeken uit dat een uitgebreid vaderschapsverlof, naast de emancipatie van moeders, óók bijdraagt aan het welzijn van een kind. Volgens een onderzoek van de Erasmus Universiteit kunnen vier weken extra verlof al zorgen voor een betere band tussen vader en kind, wat op de langere termijn leidt tot een betere betrokkenheid van de vader bij de opvoeding. Ook is bewezen dat een langer vaderschapsverlof positieve effecten heeft op de intellectuele ontwikkeling van kinderen. In gezinnen waar de vader veel tijd doorbrengt met een kind, nemen de schoolresultaten van kinderen met maar liefst 7% toe, in het bijzonder als de vader een hoger opleidingsniveau heeft dan de moeder. De Zweden lijken het dus goed voor elkaar te hebben. Hun lattepappa’s zorgen voor geëmancipeerdere vrouwen, betrokkenere vaders en, als kers op de taart, slimmere kinderen. Waar wachten we in Nederland nog op?
De nadelen van lattepappa’s
Hoewel dit soort argumenten het idee van een Nederlandse lattepappa erg aantrekkelijk maken, is er ook kritiek op het Zweedse vaderschapsverlof. Zo blijkt in de praktijk bijvoorbeeld dat Zweedse vrouwen, ondanks de mogelijkheid om het verlof te delen, toch nog vaak degenen zijn die het langst thuisblijven. Slechts 12% van de Zweedse vaders verdeelt het verlof eerlijk met de moeder en veel vaders nemen hun verlof op in een gunstige periode, bijvoorbeeld de zomervakantie. In tegenstelling tot eerder genoemde argumenten waarbij de emancipatie van de vrouw centraal staat, werkt het langdurige ouderschapsverlof in dit soort gevallen juist in het nadeel van vrouwen. Omdat de man slechts een klein deel van het verlof opneemt, is de vrouw genoodzaakt de rest van het verlof op zich te nemen, waardoor de vrouw extra lang thuis komt te zitten. Dit kan ontzettend nadelig zijn voor de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt: doordat vrouwen een lange periode thuiszitten verliezen ze hun motivatie om te werken, zijn ze eerder geneigd om parttime te gaan werken en verleren ze de vaardigheden die benodigd zijn om te presteren in veeleisende, prestigieuze beroepen. Als gevolg daarvan neemt het inkomen van vrouwen af, in tegenstelling tot wat men met het vaderschapsverlof wil bereiken.
Bovendien is gebleken dat een uitgebreid vaderschapsverlof net zo min effect heeft op de rol van de vader in het gezin. Hoewel wordt verwacht dat vaders meer betrokken zijn bij de zorg voor hun kinderen zodra ze langer verlof kunnen opnemen, blijkt dat in de praktijk vaak tegen te vallen. Onderzoekers van de Journal of Public Economics observeerden de uitkomst van het vaderschapsverlof over een periode van acht jaar en concludeerden dat de opname van verlofdagen onder vaders toenam, maar dat er geen sprake was van gedragsveranderingen binnen het gezin. Hoewel vaders meer thuis bleven, lieten ze de zorg voor hun kinderen nog grotendeels over aan de moeder en participeerden ze nog altijd te weinig in huishoudelijk werk. Het blijft voor een overheid dus moeilijk om, ondanks haar goede bedoelingen, écht in de huiskamer door te dringen en een verandering teweeg te brengen in de mentaliteit van vaders.
Zou dat in Nederland ook het geval zijn? Zou een langer vaderschapsverlof weinig uithalen gezien het feit dat Nederlandse vaders nu eenmaal gewend zijn aan een kortere periode thuis? Of omdat wij Nederlanders over het algemeen toch nét wat opstandiger zijn dan de gehoorzame, goedgelovige Zweden? Het zijn lastige vraagstukken waar de Nederlandse overheid een bewuste afweging in moet maken. Maar feit is wel dat het Nederlandse vaderschapsverlof zoals het er nu uitziet ook niet houdbaar is. Ons vrijzinnige kikkerlandje kan niet blijven bungelen onderaan het Europese lijstje met een schamele vijf dagen verlof voor aanstaande vaders. Als we dat aan een Zweed zouden moeten uitleggen, zou het schaamrood ons op de kaken staan.
Foto: everst, www.shutterstock.com
Bronnen
Bekkering, P. (2015, 10 oktober). Hoe ver gaat de Scandinavische gendergelijkheid? de Volkskrant.
Cools, S., Fiva, J. H., & Kirkebøen, L. J. (2015). Causal Effects of Paternity Leave on Children and Parents. The Scandinavian Journal of Economics.
Ekberg, J., Eriksson, R., & Friebel, G. (2013). Parental leave — A policy evaluation of the Swedish “Daddy-Month” reform. Journal of Public Economics.
Evertsson, M., & Duvander, A.-Z. (2010). Parental Leave–Possibility or Trap? Does Family Leave Length Effect Swedish Women’s Labour Market Opportunities? European Sociological Review.
Keizer, R. (2015). Which men become involved fathers? The impact of men’s own attitudes on parental involvement in the Netherlands. International Review of Sociology.
Reuter, Alison A. (2006). Subtle but pervasive: discrimination against mothers and pregnant women in the workplace. Fordham Urban Law Journal.
Schimmelpenninck, S. (2021, 8 februari). Wat kan Zweden ons leren over emancipatie? ‘Hier doen vrouwen zichzelf minder tekort dan in Nederland’. de Volkskrant.