De koning van Stavanger

Als het om klimaatpolitiek gaat, staat Noorwegen vaak bovenaan in de lijstjes. Maar wat blijft er van deze Noorse klimaatprogressiviteit over wanneer je kijkt hoe dit alles gefinancierd wordt?

Foto: CC BY-SA 4.0: Cavernia https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0, via Wikimedia Commons

Luister dit artikel als podcast.
Music: www.purple-planet.com

Als het om klimaatpolitiek gaat, staat Noorwegen vaak bovenaan in de lijstjes: relatief gezien rijden er de meeste elektrische auto’s, er wordt volop geïnvesteerd in groene stroom en groene initiatieven kunnen vrijwel altijd rekenen op subsidies en belastingvoordelen. Maar wat blijft er van deze Noorse klimaatprogressiviteit over wanneer je kijkt hoe dit alles gefinancierd wordt? De grootste inkomstenbron van Noorwegen is nog altijd de olie. Er wordt bovendien nog altijd naar nieuwe olievelden gezocht. Op papier daalde de Noorse CO2-uitstoot in de periode van 2000 tot 2018. De uitstoot die elders in de wereld door de verbranding van Noorse olie veroorzaakt wordt, is echter niet in deze rekensom meegenomen. Noorwegen lijkt hier een slimme rekentruc toe te passen; in de praktijk is er wellicht helemaal geen sprake van een daadwerkelijke vermindering van de uitstoot, maar slechts van een verplaatsing van het probleem. De Noorse schijnbaar progressieve klimaatpolitiek is dus alleen maar mogelijk zolang er geld vanuit de fossiele industrie binnen blijft komen. Deze paradox lijkt verdacht veel op een hoofdstuk uit Jan Terlouws De koning van Katoren, waarmee de Noorse olieparadox vergeleken zal worden.

De koning van Katoren

De koning van Katoren is dood. De zeventienjarige Stach heeft zich aangemeld als troonopvolger en moet van de ministers van Katoren verschillende ogenschijnlijk onmogelijke opdrachten uitvoeren om zijn plek als koning te verdienen. De eerste opdracht heeft Stach tot verbazing van de ministers succesvol uitgevoerd. Bij zijn terugkomst in de hoofdstad krijgt hij van de ministers te horen wat zijn tweede opdracht is: »Hier is een treinkaartje naar Wapenfelt. Je opdracht is het omhakken van de granaatappelboom in die plaats.« (31) De dochter van de burgemeester van Wapenfelt vertelt Stach dat er aan de boom geen normale granaatappels meer groeien: »Aan onze boom groeiden ooit van die oranje-rode ballen. Maar sinds een jaar of vijftig zijn het geen echte vruchten meer. Het is een ander soort granaten, bommen kun je gerust zeggen, die met een ontzettende klap uit elkaar vliegen als ze op de grond vallen.« (33) De oorzaak van de tot granaat misgroeide granaatappels is te vinden in de nabijgelegen kruitfabriek.

›Zei je kruitfabriek?‹
›Dat zei ik.‹
›Maken ze daar kruit?‹
›Kruit en patronen en raketten en al dat oorlogstuig.‹
›Dan komen die knallen zeker uit die fabriek.‹
›Nee hoor, zo gemakkelijk is het niet. ’t Is echt de granaatappelboom, dat staat als een paal boven water.‹ (37)

Uit de fabriek ontsnappen kruitdampen. Als deze kruitdeeltjes op de stamper van de bloesem van de granaatappelboom terecht komen, groeit de bloem niet meer uit tot een normale vrucht, maar tot een granaat. De enige oplossing is volgens Stach het sluiten van de fabriek. »›Onmogelijk‹, roept de burgemeester, […] ›[h]eel Wapenfelt verdient er zijn brood. De stad zou geruïneerd worden.‹« (38) Als Stach aan de burgemeester vraagt, waarom Wapenfelt zoveel wapens produceert, verklaart de burgemeester dat de wapenproductie de veiligheid van de stad dient; ze moet een oorlog met het buurland Eltoren voorkomen. Alle opbrengsten worden in de vrede geïnvesteerd.


›Dat is toch krankzinnig.‹
›Eigenlijk wel, maar niemand weet hoe je het moet veranderen.‹ (39)

Het stoppen met het produceren van wapens is volgens de burgemeester niet mogelijk, daar de productie aan de vrede bijdraagt: »We moeten voor de veiligheid […] kruit maken.« (44) Maar door op deze wijze te investeren in vrede en veiligheid zullen de granaten blijven knallen.

De koning van Stavanger

De koning van het Noorden is dood. De zeventienjarige Ivar heeft zich aangemeld als troonopvolger en moet van de ministers van het Noorden verschillende ogenschijnlijk onmogelijke opdrachten uitvoeren om zijn plek als koning te verdienen. De eerste opdracht heeft Ivar tot verbazing van de ministers succesvol uitgevoerd. Bij zijn terugkomst in de hoofdstad Oslo krijgt hij van de ministers te horen wat zijn tweede opdracht is: »Hier is een treinkaartje naar Stavanger. Je opdracht is het oplossen van de smogproblemen in die plaats.« (vgl. 31) De dochter van de burgemeester van Stavanger vertelt Ivar dat de lucht niet meer helder blauw is: »Aan onze hemel stonden ooit van die geel-witte sterren. Maar sinds een jaar of vijftig zijn er geen sterren meer. Het is een ander soort lucht, smog kun je gerust zeggen, die als een dikke laag mist alle zicht belemmert als het over de stad trekt.« (vgl. 33) De oorzaak van de smog in Stavanger is te vinden op het voor de kust liggende olieplatform.


›Zei je olieplatform?‹
›Dat zei ik.‹
›Maken ze daar olie?‹
›Olie en gas en al die brandstoffen.‹
›Dan komt die smog zeker door die productie.‹
›Nee hoor, zo gemakkelijk is het niet. ’t Is echt de klimaatverandering, dat staat als een paal boven water.‹ (vgl. 37)


Vanaf het olieplatform ontsnappen zwarte rookwolken. Als deze rookdeeltjes in de lucht boven de stad terechtkomen, blijft de hemel niet langer een heldere hemel; er ontstaat smog. De enige oplossing is volgens Ivar het sluiten van het boorplatform. »›Onmogelijk‹, roept de burgemeester, ›heel Stavanger verdient er zijn brood. De stad zou geruïneerd worden.‹« (vgl. 38) Als Ivar aan de burgemeester vraagt, waarom Stavanger zoveel olie produceert, verklaart de burgemeester dat de olieproductie het milieu in de stad dient; ze moet de opwarming van de aarde voorkomen. Alle opbrengsten worden in milieumaatregelen zoals elektrisch rijden en groene stroom geïnvesteerd.

›Dat is toch krankzinnig.‹
›Eigenlijk wel, maar niemand weet hoe je het moet veranderen.‹ (vgl. 39)

Het stoppen met het produceren van olie is volgens de burgemeester niet mogelijk, daar de productie aan de vergroening bijdraagt. »We moeten voor het milieu olie produceren.« (vgl. 44) Maar door op deze wijze te investeren in een beter milieu zal de aarde blijven opwarmen.

Dat is de Noorse olieparadox. Het is de vraag of de Noorse ministers ooit daadwerkelijk iemand deze opdracht zullen geven: »Hier is een treinkaartje naar Stavanger. Je opdracht is het oplossen van de smog in die plaats.«


Alle citaten afkomstig uit:
Terlouw, Jan: De koning van Katoren. Rotterdam: Lemniscaat 2000 (Eerste druk 1971).

Opmerking:
De inleiding is volledig feitelijk. De vergelijking met De koning van Katoren is semi-fictie; zo kent Stavanger niet daadwerkelijk een smogprobleem; de smog staat symbool voor de wereldwijde klimaatproblemen.

Geschreven door