Illustratie: Rick van Staten
Het Deense migratiebeleid
In Denemarken pakt de overheid migratie en asiel heel anders aan dan in veel andere Europese landen. Een opvallend onderdeel van het Deense beleid is dat vluchtelingen bijna nooit een permanente verblijfsvergunning krijgen. Ze ontvangen meestal slechts een tijdelijke vergunning van twee jaar, hierna vindt een herbeoordeling plaats. Vindt de regering dat het land van herkomst weer veilig is? Dan wordt de vergunning niet verlengd. In dat geval worden mensen naar uitzetcentra gestuurd, waar ze verblijven totdat ze terugkeren naar het land van herkomst.
Als vluchtelingen na acht jaar in aanmerking willen komen voor een permanente verblijfsvergunning, zijn daar ook strenge voorwaarden aan verbonden. Ze moeten bijvoorbeeld minimaal 3,5 jaar fulltime hebben gewerkt en op het moment van de aanvraag een baan hebben. De criteria voor gezinshereniging zijn ook een stuk strikter in Denemarken. De familieleden mogen pas twee jaar na het krijgen van een verblijfsvergunning naar Denemarken komen.
Een van de meest omstreden wetten in Denemarken is de zogenoemde ‘juwelenwet’. Deze wet houdt in dat asielzoekers waardevolle spullen van boven de 1.340 euro moeten afstaan, met uitzondering van persoonlijke spullen met sentimentele waarde. Volgens de Deense regering is deze maatregel bedoeld om de kosten van de opvang deels te dekken.
Door deze strenge eisen en voorwaarden van Denemarken is het land aanzienlijk minder aantrekkelijk geworden voor vluchtelingen. Deze reputatie zorgt ervoor dat heel weinig mensen überhaupt nog asiel aanvragen in Denemarken. In 2015, de piek van asielaanvragen in Denemarken, waren het er 21.316, in 2023 was dit aantal gedaald naar 2.479.
Waarom is het Deense beleid strenger dan andere Europese landen?
De belangrijkste reden dat Denemarken zo’n streng migratiebeleid heeft kunnen invoeren, is dat het land een opt-out heeft op het EU-asielbeleid. Daardoor hoeft de Deense regering zich niet aan alle Europese afspraken over migratie en asiel te houden.
In 1992 werd het Verdrag van Maastricht getekend, dat de basis vormt van de Europese Unie. Denemarken wees dit verdrag in een referendum af. Om Denemarken alsnog aan boord te krijgen, kreeg het land enkele uitzonderingen, zogenoemde opt-outs. Eén daarvan is een uitzondering op justitie en binnenlandse zaken, waaronder migratie en asiel. Wel is Denemarken gebonden aan internationale verdragen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Vluchtelingenverdrag. Door deze verdragen mogen vluchtelingen bijvoorbeeld niet uitgezet worden naar onveilige landen.
Een ander opvallend verschil van de Deense politiek, is dat het onderwerp migratie niet geclaimd is door rechtse partijen. In Nederland heeft voornamelijk de rechtse partij PVV ‘issue-eigenaarschap’ over het onderwerp migratie. Issue-eigenaarschap houdt in dat een politieke partij de ‘eigenaar’ is van een bepaald onderwerp en dat de kiezer deze partij als de meest competente partij ziet om een bepaalde kwestie aan te pakken. Linkse partijen profileren zich juist vaker op een meer humaan asielbeleid.
In Denemarken is dat anders. Daar zet ook de sociaaldemocratische partij – een linkse partij – in op een streng asielbeleid. Minister van Immigratie en Integratie Kaare Dybvad Bek, zelf sociaaldemocraat, zegt dat zijn partij een andere insteek heeft. Volgens hem wil zijn partij opkomen voor mensen met lage inkomens en zijn dit de mensen die het meeste last hebben van asielzoekers. De reden hiervoor zou zijn dat mensen met lagere inkomens concurreren met migranten om banen en huizen.
Inspiratie voor Faber
Afgelopen september [2024, red] bezocht minister Marjolein Faber Denemarken om met eigen ogen te zien hoe het strenge Deense migratiebeleid in de praktijk werkt. Net als andere rechtse politici noemt Faber Denemarken een grote inspiratie voor hoe de Nederlandse regering haar migratiebeleid wil aanpakken. “Wat natuurlijk opvalt in Denemarken, is dat zij grip hebben op migratie”, zei Faber, “en dat willen wij in Nederland natuurlijk ook.”
Eerder stuurde Faber een brief naar de Europese Commissie met het verzoek om een opt-out, zoals Denemarken die heeft. De Europese Commissie kan alleen helemaal geen opt-out toeken-nen. Zo’n uitzondering vereist een verdragswijziging, en die moet unaniem afgesproken worden door de lidstaten van de EU zelf. De Europese Commissie voert deze uit, maar stelt deze ver-dragen niet op.
Een aantal aspecten uit Fabers migratieplannen komen sterk overeen met het Deense migratiebeleid. Zo wil Faber de permanente verblijfsvergunning afschaffen en driejarige vergunningen met herbeoordeling introduceren. Verder pleit Faber voor striktere regels voor gezinshereniging, met beperking tot het kerngezin en een wachttijd van twee jaar. Tijdens haar bezoek aan Denemarken was Faber erg positief over de sobere opvangcentra en de nadruk op terugkeer in de communicatie met asielzoekers.
Na haar bezoek in Denemarken kwam Faber met het idee om borden bij Nederlandse asielzoekerscentra te plaatsen met de tekst ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer’. Ze beweerde dat soort borden in Denemarken gezien te hebben. Toen haar ambtenaren dit navroegen bij Deense ambtenaren, bleken zulke borden helemaal niet te bestaan.
Kritiek op beleid
Niet iedereen is te spreken over het Deense migratiebeleid. Vluchtelingenorganisaties benadrukken dat het strenge asielbeleid onmenselijk is. Eva Singer, directeur Asiel bij de Deense vluchtelingenraad, laat weten dat vluchtelingen door de tijdelijke verblijfsvergunningen om de twee jaar in onzekerheid verkeren over hun verblijfsstatus. Denemarken geeft vluchtelingen bij binnenkomst al de boodschap dat ze rekening moeten houden met eventueel vertrek. Dit beleid zorgt ervoor dat vluchtelingen in Denemarken geen leven op kunnen bouwen. Dat leidt tot enorme stress en psychologische druk.
Volgens Singer schuift Denemarken het probleem slechts door naar andere landen. Het is niet solidair met de rest van Europa, waardoor de vluchtelingen verplaatsen naar landen als Duitsland, België en Nederland. Singer vertelde RTL Nieuws na het bezoek van minister Faber: “Als alle Europese landen zich zo zouden opstellen, dan kunnen vluchtelingen nergens meer heen. Het feit dat wij streng zijn, betekent niet dat vluchtelingen zomaar verdwijnen. Het Deense systeem kan alleen bestaan omdat andere landen wél solidair zijn.”
Ook uitzetcentrum Ellebæk kan op veel kritiek rekenen. Volgens de Deense Vluchtelingenraad verblijven hier voornamelijk uitgeprocedeerde asielzoekers zonder papieren, of mensen van wie wordt vermoed dat ze mogelijk in de illegaliteit verdwijnen. Amnesty International onderstreept in een rapport dat de vluchtelingen in Ellebæk geen criminelen zijn en nergens voor zijn veroordeeld. Singer zegt over dit centrum: “Asielzoekers die daar zitten, krijgen moeilijk toegang tot hun advocaat, moeilijk toegang tot medische zorg. Het is er binnen oud en versleten en je mag geen mobiele telefoon hebben, dus je zit afgesloten van de buitenwereld.” Amnesty International uitte al eerder kritiek op de omstandigheden in Ellebæk.
Denemarken dient dus als gidsland voor de huidige Nederlandse regering op het gebied van migratiebeleid. Minister Faber streeft , net als Denemarken, naar een opt-out van Europese afspraken over migratie. Of dit haalbaar is – zeker op korte termijn – is hoogst onzeker. Bovendien roept zowel het Deense beleid als de opt-out vragen op over mensenrechten en over de solidariteit binnen de Europese Unie. Of Nederland daadwerkelijk Denemarken kan volgen, hangt niet alleen af van politieke wil, maar ook van wat past binnen Europese afspraken en verdragen.
