Beeld: Rick van Staten
Het woord tur omvat een concept dat eigenlijk niet helemaal naar het Nederlands te vertalen is. In het Engels kan tur vertaald worden naar ‘trip’ of ‘tour’, maar ook dat omvat niet echt alle nuances van het woord. Op tur gaan kan van alles betekenen: zonder toevoeging betekent het ‘wandelen in de natuur’, maar voeg een woordje toe, en je krijgt nog vele soorten tur’s: skitur (skitocht), sykkeltur (fietstocht), dagstur (dagtocht), kveldstur (avondwandeling in de natuur), fisketur (vistocht) en ga zo maar door. Je kunt ook een stadswandeling (bytur) maken, maar over het algemeen geldt bij een tur dat deze in de natuur plaatsvindt. Een overkoepelende term voor al deze activiteiten is friluftsliv. Dat betekent letterlijk ‘leven in de open lucht’. friluftsliv gaat niet alleen om buiten zijn, maar ook om de verbinding met de natuur en de voordelen daarvan voor je lichaam en geest. Onder friluftsliv valt dus wandelen, fietsen, skiën en vissen, maar ook kanoën, picknicken, klimmen en alle andere activiteiten die je in de buitenlucht doet. Het is verreweg de populairste vrijetijdsbesteding van de Noren: meer mensen doen aan friluftsliv dan alle andere sporten samengevoegd!
Een ander kenmerk van een tur is dat deze bijna altijd uitrusting vergt; dus een rugzakje met proviand en andere handige tools moet altijd mee. En die uitrusting kopen de Noren allemaal bij dezelfde sport outlet, want iedereen ziet er precies hetzelfde uit. Ze gaan gekleed in een zwarte, bruine of legergroene jas van Gore-Tex, een fleecetrui, een regenbroek in dezelfde kleur als de jas, een petje en sneakers van het merk HOKA of hele sterke wandelschoenen. Daarbij hoort een rugzak zo groot als de hele rug, gevuld met een waterfles, belegde boterhammetjes, spikes voor in de winter (schrik niet als een Noor je hardlopend inhaalt terwijl jij net op je bek gaat op een ijsplaat), en afhankelijk van de lengte van een tur: kampeerspullen. Maar het allerbelangrijkste onmisbare product in elke Noorse tur-rugzak is de Kvikk Lunsj. Dat is eigenlijk gewoon de Noorse versie van een Kit Kat, maar dat moet je niet hardop zeggen, want volgens de Noor is een Kvikk Lunsj heel anders en bovendien veel lekkerder. Deze chocoladereep wordt verkocht als dé Noorse wandelchocolade, met op de achterkant de ‘negen bergwetten’ gedrukt: de negen regels die de Noorse wandelvereniging heeft bedacht om een veilige wandeling te garanderen. Het is in ieder geval een groot succes, want ook mijn uitwisselingsvrienden en ik hadden altijd een Kvikk Lunsj mee tijdens onze bergwandelingen.

Die Noorse wandelvereniging heet in het Noors Den norske turistforening, in de volksmond bekend als de Turlag. De Turlag, herkenbaar door het logo met een rode ‘T’, werd opgericht om het toerisme in Noorwegen te bevorderen, maar groeide al snel uit tot een organisatie die friluftsliv promoot. Ze hebben een eigen app met wandelroutes en zijn eigenaar van vele hutten. Die hutten zijn weer een ander bijzonder aspect van friluftsliv.
Bijna elke Noor heeft wel een hutje in de bergen of aan zee. Die hutjes zijn de populairste vakantiebestemming van de Noor en worden ook regelmatig in het weekend bezocht. Daarnaast bestaat er een culture of trust in Noorwegen; men vertrouwt elkaar zonder achterdocht, en dus lenen Noren de sleutel van hun hut regelmatig uit aan vrienden, familie of zelfs vreemden. De Turlag heeft allerlei hutten die door iedereen geboekt kunnen worden, en sommige zijn zelfs open zonder boeking. Ook bestaat er een organisatie die BUA heet. Bij BUA kun je gratis spullen lenen, van skispullen tot ukuleles tot fietsen. Ook als je geen Noor bent, kun je gebruik maken van deze diensten, wat een reis naar het dure land een heel stuk goedkoper kan maken. Ik raad iedereen ook sterk aan om lekker gebruik te maken van deze diensten!
Dan bestaat er natuurlijk ook nog het allemansrecht: het recht om gebruik te mogen maken van alle grond, met een paar regels. Er wordt in de Noorse wetgeving gedifferentieerd tussen innmark en utmark. Innmark is al het land wat bebouwd is; waaronder een woonperceel, een binnenplaats en een industriegebied, maar ook akkers, weilanden en tuinen. Hier mag je alleen in de winter komen als de grond bevroren is. Woonpercelen en omheinde gebieden zijn sowieso verboden. Utmark is al het gebied wat niet onder innmark valt, dus bijna alle wateren, bossen, stranden, moerassen en bergen in Noorwegen. Dit land mag altijd betreden worden, mits er wel rekening gehouden wordt met de natuur. Je mag hier kamperen, vuur maken en planten en bessen plukken, zolang je maar geen sporen achterlaat. Over vuur en plukken gelden wel speciale regels, dus zoek die altijd op voordat je gebruik maakt van het allemansrecht.
Friluftsliv is dus duidelijk een belangrijk onderdeel van de Noorse cultuur. Er is zelfs een HBO-bachelor voor friluftsliv, waar je leert anderen een leuke en veilig natuurbeleving te bieden. Maar waarom is dit juist in Noorwegen zo’n ding? De reden is eigenlijk heel simpel en kan je waarschijnlijk wel raden: Noorwegen heeft prachtige natuur. 32% van het land ligt boven de boomgrens en dankzij al haar fjorden heeft het land de tweede langste kust ter wereld. De natuur wordt goed beschermd en de paden goed onderhouden. Het is gewoon heel makkelijk om in Noorwegen de natuur in te trekken. Daarnaast wordt dit vanaf kind af aan al aangemoedigd: kinderen worden vaak voor het middagdutje in de kinderwagen buiten neergezet om de frisse lucht in te ademen, en op school is er veel aandacht voor buitenactiviteiten. Je hebt in Noorwegen zelfs bijzondere ‘natuurpeuterspeelzalen’, waar kinderen buiten les krijgen en de nadruk ligt op leren van de natuur. Ik zag in Bergen regelmatig groepen kinderen met gele hesjes vergezeld worden door een aantal volwassenen, terwijl ze de natuur in trokken. Op mijn laatste dag in Bergen besloot ik nog één keer mijn favoriete berg te hiken. Op de top kwam ik een hele kleuterklas tegen die samen met hun juf de berg ook hadden beklommen. Best bijzonder als je vijf jaar oud bent!
Hoewel het buitenleven in heel Scandinavië belangrijk is, is het in Noorwegen echt deel geworden van de nationale identiteit. Noren voelen zich echt heel trots op hun friluftsliv en promoten dit ook sterk in de toeristische reclames.
Er zijn allerlei evenementen in Noorwegen die mensen stimuleren om de natuur in te blijven gaan, van marathons in de bergen tot de bekende Bergense ‘Zeven Bergen Tur’. Bij deze tocht loop je de ‘Zeven bergen van Bergen’ in één dag. Samen met mijn goede vriend Cas waagde ik deze tocht. In 12,5 uur legden we 36 kilometer af door de bergen. Hoewel we echt even getwijfeld hebben om het op te geven, motiveerden we elkaar en hebben we het uiteindelijk gehaald. Achteraf is dit één van mijn favoriete herinneringen van mijn hele uitwisseling. Het gevoel je grenzen tegen te komen en dat dan tóch overwinnen, is de reden waarom ik zelf het friluftsliv nog meer ben gaan waarderen.
Het gevoel je grenzen tegen te komen en dat dan tóch overwinnen
Sinds mijn terugkeer naar Nederland merk ik hoeveel ik het friluftsliv mis. Hoewel er in de wijde omtrek geen bergen te vinden zijn, probeer ik toch een beetje friluftsliv terug te brengen in mijn leven. Ik zie de natuur rondom mijn woonplaats op de Utrechtse Heuvelrug met frisse ogen en ben begonnen met het ontdekken van nieuwe natuurgebieden in de buurt. Sinds de Zeven Bergen Tur heb ik zelfs nog grotere plannen. Zo wil ik de Vierdaagse lopen, een keer naar Duitsland fi etsen, een rondje om het Gooimeer wandelen, en ik ben nu aan het sparen om in de lente van 2026 naar Noord-Spanje af te reizen om de Camino de Santiago te voltooien. Het buitenluchtvirus heeft mij goed te pakken, en ik hoop dat jij je na het lezen van dit artikel ook geïnspireerd zult voelen om de natuur in te trekken. Want wie aan de wandel is, is nooit zuur!
